Stress en immuniteit: het belang van multidisciplinair onderzoek

C.J.
Russchen

Naar aanleiding van het artikel van Van Rood en Van Rood (1986;432-4) zou ik het volgende willen opmerken. Het lijkt de moeite waard ook de immunologische veranderingen te registreren die de stress van operatieve ingrepen teweegbrengt. Dit zou van belang kunnen zijn voor het postoperatieve beleid in de oncologie. Het is bekend, dat er bij een lokaal uitgebreide maligne tumor grote kans bestaat op reeds aanwezige micrometastasen op afstand. Operatie onder narcose lijkt (als gevolg van cellulaire immunosuppressie?) een versterkend effect te hebben op deze metastasering, welk effect wellicht nog meer wordt versterkt door een eventuele bloedtransfusie. Het tijdstip van begin, de dosering en duur van de in deze situatie wenselijk geachte adjuvante chemotherapie (dan wel hormonale of immunotherapie) zullen waarschijnlijk mede afhankelijk gesteld moeten worden van het immunologische reactiepatroon van patiënten op de betreffende operatie.

Het door collega Russchen voorgestelde onderzoek is ongetwijfeld boeiend maar uiterst complex. Juist de door hem gesignaleerde aanwezigheid van micrometastasen en het effect van narcose en bloedtransfusie zullen het op dit moment haast onmogelijk maken de betekenis van de stress veroorzaakt door de operatie te beoordelen. Eerst zal het effect van de makkelijk te kwantificeren invloeden, zoals van bloedtransfusie, in kaart moeten worden gebracht in de hoop op den duur een totaal beeld te verkrijgen.

C.J. Russchen
J.J. van Rood
Bijlage