Rupturen van de laterale enkelband(en); opereren of niet?

A.
Bruggeman

Wij zijn verheugd dat professor Van Rens (1986;480-4) een lans breekt voor het functioneel oefenen van de Mm. peronei door middel van disk-training, omdat in het algemeen de aandacht voor de actieve stabiliserende rol die de Mm. peronei kunnen spelen bij het verschaffen van actieve stabiliteit van de enkel, onvoldoende geweest lijkt te zijn. Uit recent onderzoek blijkt dat deze balansoefeningen door huisartsen, chirurgen en orthopedisch chirurgen resp. slechts in 3, 2 en 24 worden voorgeschreven.1 In (inter)nationaal gerenommeerde onderzoeken naar de te verkiezen therapie bij enkeldistorsies wordt veelal alleen de behandeling met gips, door operatie of met bandage, onderzocht. Ook in de Nederlandse fysiotherapie krijgen genuanceerde balansoefeningen (‘Freeman exercises’) nauwelijks aandacht. Uit een door ons in 1984 gehouden enquête onder twintig pas afgestudeerde fysiotherapeuten bleek bijv. niemand ‘Freeman exercises’ te kennen. Hetzelfde gold ook voor de actieve instabiliteit aangevende term ‘giving away’. Men lijkt in de huidige fysiotherapie meer aandacht te hebben voor zaken van discutabele waarde, zoals acupunctuur, fricties en diverse stroomvormen, dan voor zaken die bij enkeldistorsies van fundamenteel belang zijn en eigenlijk echt des fysiotherapeuts zijn, namelijk het verschaffen van passieve en vooral ook actieve stabiliteit door middel van een pleisterverband en ‘Freeman exercises’. Hopelijk leidt het artikel van professor Van Rens tot meer aandacht hiervoor bij enkel- en niet te vergeten kniedistorsies. Wenselijk zou zijn dat ongeacht de behandeling van de enkeldistorsie, gips, operatie of pleisterbandage, ‘Freeman exercises’ onderdeel van de behandeling zijn.

Naar onze mening hoeven deze oefeningen overigens niet te beginnen na het dragen van een pleisterbandage, zoals door Van Rens wordt aangegeven, maar zouden zij reeds tijdens het dragen van de bandage een aanvang kunnen nemen. Bovendien zouden de ‘Freeman exercises’ onderdeel van een thuistherapieprogramma moeten zijn, waarbij de patiënt een uni-axiaal doseerbaar balansbord mee naar huis krijgt om vooral zelf zijn actieve stabiliteit te trainen. Ook bij het toepassen van bandages zou meer naar mogelijkheden gezocht moeten worden om vooral de patiënt zelf te leren zich op een passieve wijze te beveiligen, zich van pleister te voorzien. Vooral in situaties met risico zoals sporten, lijkt dit van belang. Op deze wijze wordt niet alleen geappelleerd aan de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt bij de behandeling van zijn aandoening, maar hiermee wordt ook de patiënt onafhankelijker van zijn behandelaar gemaakt.23

A. Bruggeman
J.H. Bruggeman
Literatuur
  1. Kay DB. The sprained ankle: Current therapy. Foot Ankle1985; 6: 22-8.

  2. Bruggeman A, Bruggeman JH. Vernieuwingen in hetbehandelplan. Het inversie-trauma van de enkel. Geneeskunde en Sport 1983;16: 91-7.

  3. Bruggeman A, Bruggeman JH. Modifications in thetreatmentprogramme of the inversion sprain. Int J Sports Med 1984; 5: suppl42-4.

Bijlage