Seksueel overdraagbare aandoeningen bij slachtoffers van seksueel geweld

M.
van Selm

Graag wil ik de auteurs van dit artikel (1986;405-7) en de lezers van dit tijdschrift opmerkzaam maken op een verkeerd geciteerd aantal. Ter illustratie van het vóórkomen van seksueel geweld worden cijfers uit het jaarverslag van de Stichting Tegen Haar Wil te Amsterdam genoemd. In 1984 zouden 96 telefoongesprekken met betrekking tot verkrachting of aanranding geregistreerd zijn. Dit aantal klopt niet. De 24-uurstelefoondienst van Tegen Haar Wil is in dat jaar 1413 maal gebeld voor hulpverlening op het gebied van seksueel geweld; daarvan ging het in 722 gevallen om aanranding of verkrachting.

Oorzaak van deze vergissing is waarschijnlijk het maar half lezen van het jaarverslag. Daarin wordt namelijk ook vermeld dat Vrouwen Tegen Verkrachting (onderdeel van dezelfde stichting; tweedelijnsopvang) 96 maal voor hulp geraadpleegd werd. Dat cijfers van geregistreerd seksueel geweld veel lager liggen dan het aantal werkelijke gevallen, is niet te voorkomen; met het geven van de juiste registratiecijfers wordt het probleem in elk geval niet nog eens extra onderschat.

Onze dank voor uw correctie.

M. van Selm
J.A.R. van den Hoek
Bijlage