Bloedarmoede door sportbeoefening; een onschuldige 'bijwerking' van een gezonde hobby

J.
van Willigen

Met zeer veel belangstelling las ik dit artikel van Hoepelman en Marx (1986; 155-7). Het gaat om een zeer wetenswaardig verschijnsel in een tijd dat hardlopen over langere afstand ongemerkt is uitgegroeid tot volkssport nummer twee.1

Als men, zoals de auteurs, daling van de hematocriet als een vorm van adaptatie aan intensieve sportbeoefening wil zien, zou het dienstig kunnen zijn ook de hemoconcentratie – zoals die optreedt bij langdurige en zware inspanning – in de overwegingen te betrekken. Tijdens zware inspanning (groter dan 40 van de maximale zuurstofopname) treedt namelijk een vochtverschuiving op van de intravasculaire naar de intracellulaire ruimte,2 waarschijnlijk als gevolg van aanzuiging van osmolair actieve afbraakprodukten in de spier. Deze hypovolemische tendens is in de eerste tien minuten duidelijk aanwezig en recht evenredig aan de mate van inspanning, en neemt vervolgens geleidelijk toe zolang de inspanning wordt voortgezet. Een stijging van het hemoglobinegehalte is het directe gevolg, terwijl de hematocriet door gelijktijdige verschrompeling van de erytrocyten slechts weinig toeneemt. Vochtverlies door transpiratie, perspiratio insensibilis en verminderde terugresorptie uit de tractus digestivus spelen deze hemoconcentratie in de kaart. Enkel de metabole waterproduktie uit glycogeen en de tijdens inspanning genuttigde drank komen aan het vochtverlies tegemoet. Dat ondanks vochtretentie door training de aërobe capaciteit kan toenemen is genoegzaam bekend. Bovendien is aangetoond dat vochtonttrekking, voorafgaande aan langdurige inspanning, de prestaties ongunstig beïnvloedt.3

Al met al lijkt het voorstelbaar dat hemodilutie door expansie van het plasmavolume een adequate aanpassing is aan de immer wederkerende hemoconcentratie tijdens intensieve sportbeoefening.

Wij danken de heer Van Willigen voor zijn nuttige aanvullingen op ons artikel. Inderdaad daalt tijdens inspanning het plasmavolume met ongeveer 9, waarbij een bijzonder snel herstel optreedt na het beëindigen van de inspanning.1 Wanneer vochtonttrekking inderdaad de prestaties ongunstig beïnvloedt, zou de expansie van het plasmavolume lange tijd na inspanning een adequate aanpassing zijn aan deze hemoconcentraties.2 Zeer recent werd een verhoogde excretie van koper in het zweet van duursporters beschreven.3 Aangezien koper essentieel is voor de vorming van hemoglobine lijkt het interessant stoornissen in het kopermetabolisme bij de eventuele oorzaken van sportanemie op te nemen.

J. van Willigen
I.M. Hoepelman
J.J.M. Marx
Literatuur
  1. Rozendaal S. NRC Handelsblad 1985 Okt 24.

  2. Costill DL, Coté R, Fink WJ, Handel P van. Musclewater and electrolyte distribution during prolonged exercise. Int J SportsMed 1981; 2: 130-4.

  3. Armstrong LE, Costill DL, Fink WJ. Influence ofdiuretic-induced dehydration on competitive running performance. Med SciSports Exerc 1985; 17: 456-61.

  4. Costill DL, Coté R, Fink WJ, Handel P van. Musclewater and electrolyte distribution during prolonged exercise. Int J SportsMed 1981; 2: 130-4.

  5. Milledge JS, Bryson I, Catley DM. Sodium balance, fluidhomeostasis and the renin-aldosteron system during the prolonged excercise ofhill walking. Clin Sci 1982; 62: 595-604.

  6. Gutteridge JMC, Rowley DA, Halliwell B, et al. Copperand iron complexes catalytic for oxygen radical reactions in sweat from humanathletes. Clin Chim Acta 1985; 145: 267-73.

Bijlage