Keratitis dendritica in een huisartsenpraktijk

G.J.P.
Schaap

Naar aanleiding van de discussie ‘Keratitis dendritica in een huisartsenpraktijk’ tussen de collegae Baggen en Hendrikse (1986;131-2) wil ik gaarne een opmerking maken. Het verbaast mij dat geen van beide collegae ook maar het geringste inzicht toont, dat de op grond van morfologische argumenten gestelde diagnose ‘herpes simplex virus-infectie’, bevestigd kan worden door virusisolatie. De therapie behoeft daarbij geen minuut later te beginnen; de behandelende arts heeft een controle of hij deze therapie terecht heeft ingesteld. Herpes simplex-virus is niet het enige virus dat de conjunctivae en (of) cornea kan aantasten. Nederland beschikt over verschillende zeer goede laboratoria voor virusdiagnostiek. Verzending per post van het materiaal, in daartoe te verstrekken transportmedium, beïnvloedt de isolatie niet ongunstig.

In verband met de prognose van deze toch nog altijd ernstige aandoening lijkt mij de zekerheid die verkregen kan worden de kosten meer dan waard.

Ja, inderdaad. Ik dank u voor de suggestie.

Ik ben het volledig eens met collega Schaap dat identificatie van het oorzakelijke micro-organisme bij iedere infectie te prefereren is. De praktijk leert echter dat dit in de oogheelkunde vaak op moeilijkheden stuit. Bovendien is dit bij herpes simplexooginfecties vrijwel nooit nodig, daar de klinische bevindingen voor zichzelf spreken. Voor het afnemen van materiaal bij mogelijke herpes simplex-infectie zal er additionele corneabeschadiging veroorzaakt moeten worden, hetgeen uiteraard niet gewenst is. Een simpele afschraping van de conjunctiva is niet voldoende. In het geval van een abrasio corneae wordt er wel voldoende materiaal afgenomen. Dan is echter de diagnose op klinische gronden reeds gesteld en dient virusisolatie uitsluitend ter bevestiging hiervan.

Bij andere virale ooginfecties waarbij de diagnose klinisch niet zo zeker te stellen is, kan virusisolatie zeker van nut zijn en is dit natuurlijk verre te prefereren boven het ongericht voorschrijven van aciclovir. Ook bij diagnostische problemen van primaire herpes simplex-infecties, bijvoorbeeld bij kinderen, is uitgebreide diagnostiek zoals virusisolatie, cytologie en serologie uiteraard wel van belang.

Deskundige beoordeling van de corneasensibiliteit (die vrijwel altijd in meerdere of mindere mate verlaagd is), fluorescentiepatroon, eventuele vesiculaire erupties en niet te vergeten anamnese blijven de belangrijkste criteria voor de diagnose en voor het instellen van de therapie.

G.J.P. Schaap
J.L. Baggen
F. Hendrikse
Bijlage