Euthanasie heeft geen wetgeving nodig

S.
Pruyt

In hun artikel (1986;223-5) gaan Langemeijer et al. in op het belangrijke probleem. Ik wilde enige kanttekeningen maken.

1. Het handelen van een medicus is nog geen medisch handelen. Een medicus die iemand al of niet in woede doodslaat, pleegt doodslag of moord. Een SS-kamparts die al of niet in witte jas met behulp van aan de medische wetenschap ontleende technieken experimenten uitvoert op gevangenen, is een moordenaar.

2. Het medisch tuchtrecht bemoeit zich met het medisch handelen, maar veel vaker met het handelen van een arts in relatie tot een patiëntcliënt. Langemeijer et al. geven aan dat de ‘medische tuchtrechter al tientallen jaren heel goed uit de voeten kan’. Ik betwijfel of de cliëntenbonden en degenen, die goed thuis zijn in de wereld van het medisch handelen, daar ook van overtuigd zijn.

3. Onder het hoofdstuk ‘straffeloos’ wordt de ‘ontroostbare patiënt’ opgevoerd. Wat wordt bedoeld met het begrip ontroostbaar? Wie bepaalt dat? Een vitaal-depressief mens lijkt ontroostbaar, maar is vaak wel te helpen, waarbij het verlangen dood te zijn, verdwijnt.

4. Onder het hoofdstuk ‘Wetgeving? Neen’ wordt vermeld ‘Als de arts blijft handelen zoals hij in dezen altijd heeft gedaan en heeft moeten doen naar de maatstaven van zijn beroep, dan is hij gerechtvaardigd’. Het probleem wordt hiermee als een hete aardappel doorgegeven.

Ik neem aan dat de actieve euthanasie voor de meeste artsen niet een ‘handeling is die hijzij altijd heeft gedaan’. Ik denk dat de actieve euthanasie althans in vele gevallen niet valt onder de medische handelingen, maar onder de handelingen van een medicus.

5. Dat betekent dat ook hier spelregels, dat wil zeggen wettelijke maatregelen, dringend noodzakelijk zijn.

6. Ik denk dat de regels zouden moeten luiden ‘Ja, tenzij’ of ‘Neen, tenzij’. Het tenzij te laten invullen door een individuele arts, die wordt gewezen op de gangbare medische ethiek, lijkt mij een onvergeeflijke dwaling.

S. Pruyt
Bijlage