Het is opmerkelijk dat weinig aandacht lijkt te bestaan voor de gevolgen van compressie van de nervus tibialis posterior, zoals ook Castro et al. constateren in hun artikel in dit tijdschrift (1985;2114-7). In 1968 werd ik in de gelegenheid gesteld mijn ervaringen bij vier patiënten te publiceren.1 Mij was onder meer gebleken dat de volgorde van de symptoomontwikkeling steeds dezelfde is, nl. eerst paresthesieën aan de plantaire zijde van de grote teen, vervolgens pijnklachten en uitbreiding van de gevoelsstoornissen naar de kleine tenen en de voetzool en pas daarna motorische beperkingen, ook eerst aan de grote teen (doorgaans onvermogen tot buigen en blijvende dorsale-flexiestand). Trofische stoornissen – waarbij excessieve transpiratie aan de voetzool – zijn een symptomatische bijdrage aan de diagnose.
Eenmaal attent geworden op dit syndroom kon ik sindsdien nog een tiental keren de diagnose stellen en bevestigen bij daaropvolgende operatieve exploratie. Vervolgens is mij gebleken dat vooral bij mensen op hoge leeftijd met valgusdeformiteiten van de voeten klachten zoals hier beschreven doorgaans niet herkend worden als een gevolg van beknelling van de nervus tibialis posterior. Dit geldt evenzeer voor een aantal slachtoffers van een cerebrovasculair accident met overwegend unilateraal motorische klachten aan een been. Voorts heb ik in meer algemene zin de indruk dat minder bekende zenuwcompressiesyndromen die niet zeldzaam zijn (beknelling van de nervus cutaneus femoris lateralis tijdens heupoperaties; verdrukking van de nervi clunei bij bedlegerige patiënten) nogal eens aan de aandacht ontsnappen.
Wij danken collega IJkelenstam dat hij door zijn reactie c.q. aanvulling op ons artikel nogmaals erop wijst, dat het van belang is dat men attent wordt gemaakt op het bestaan van het tarsale-tunnelsyndroom, aangezien dit syndroom vaker voorkomt dan men zou verwachten. Wij hopen dat de reactie van collega IJkelenstam, samen met ons artikel, een hernieuwde bijdrage kan leveren tot het onder de aandacht brengen van de perifere-compressieneuropathieën in het algemeen en van het compressiesyndroom van de nervus tibialis posterior of van diens vertakkingen in het bijzonder.
P.A. IJkelenstam
W.H.M. Castro
Literatuur
IJkelenstam PA. Compression of the posterior tibial nerve.Arch Chirurgicum Neerlandicum 1968; XX: 1.
Het tarsale-tunnelsyndroom
Het is opmerkelijk dat weinig aandacht lijkt te bestaan voor de gevolgen van compressie van de nervus tibialis posterior, zoals ook Castro et al. constateren in hun artikel in dit tijdschrift (1985;2114-7). In 1968 werd ik in de gelegenheid gesteld mijn ervaringen bij vier patiënten te publiceren.1 Mij was onder meer gebleken dat de volgorde van de symptoomontwikkeling steeds dezelfde is, nl. eerst paresthesieën aan de plantaire zijde van de grote teen, vervolgens pijnklachten en uitbreiding van de gevoelsstoornissen naar de kleine tenen en de voetzool en pas daarna motorische beperkingen, ook eerst aan de grote teen (doorgaans onvermogen tot buigen en blijvende dorsale-flexiestand). Trofische stoornissen – waarbij excessieve transpiratie aan de voetzool – zijn een symptomatische bijdrage aan de diagnose.
Eenmaal attent geworden op dit syndroom kon ik sindsdien nog een tiental keren de diagnose stellen en bevestigen bij daaropvolgende operatieve exploratie. Vervolgens is mij gebleken dat vooral bij mensen op hoge leeftijd met valgusdeformiteiten van de voeten klachten zoals hier beschreven doorgaans niet herkend worden als een gevolg van beknelling van de nervus tibialis posterior. Dit geldt evenzeer voor een aantal slachtoffers van een cerebrovasculair accident met overwegend unilateraal motorische klachten aan een been. Voorts heb ik in meer algemene zin de indruk dat minder bekende zenuwcompressiesyndromen die niet zeldzaam zijn (beknelling van de nervus cutaneus femoris lateralis tijdens heupoperaties; verdrukking van de nervi clunei bij bedlegerige patiënten) nogal eens aan de aandacht ontsnappen.
Wij danken collega IJkelenstam dat hij door zijn reactie c.q. aanvulling op ons artikel nogmaals erop wijst, dat het van belang is dat men attent wordt gemaakt op het bestaan van het tarsale-tunnelsyndroom, aangezien dit syndroom vaker voorkomt dan men zou verwachten. Wij hopen dat de reactie van collega IJkelenstam, samen met ons artikel, een hernieuwde bijdrage kan leveren tot het onder de aandacht brengen van de perifere-compressieneuropathieën in het algemeen en van het compressiesyndroom van de nervus tibialis posterior of van diens vertakkingen in het bijzonder.
IJkelenstam PA. Compression of the posterior tibial nerve.Arch Chirurgicum Neerlandicum 1968; XX: 1.