Een patiënt met een subunguale verbranding door waterstoffluoridezuur

A.
Binnerts

We hebben met belangstelling de casuïstische mededeling gelezen over de subunguale letsels die ontstaan zijn ten gevolge van contact met fluorwaterstof (1985;2510-1). Het is jammer dat de oorzaak van deze chemische verbranding niet tijdig is onderkend, want juist bij deze stof is een vroeg begin van de – specifieke – behandeling essentieel. Voor de juiste behandeling van verbrandingen door fluorwaterstofzuur zijn in de loop der jaren vele verschillende manieren aanbevolen. In een recent vergelijkend onderzoek bij ratten van Bracken et al. is nogmaals gebleken dat calciumgluconaat de enige stof is die, lokaal geappliceerd, effectief is.1 De applicatie van de quarternaire ammoniumverbinding benzalkoniumchloride (Zephiran) en een zalf die 30 magnesiumsulfaat en 6 magnesiumoxyde bevatte, gaven geen betere resultaten dan het spoelen met water.2

Graag willen we nogmaals een lans breken voor het gebruik van een calciumgluconaatgel als eerste – vaak ook afdoende – hulp.3 Het is daarbij wel nodig dat de applicatie zo snel mogelijk plaatsvindt na de huidbesmetting; zelfs voordat van enig subjectief of objectief effect sprake is.4 Uit de ervaring is ons gebleken dat dit zelfs bij subunguale besmetting afdoende is, zodat meer ingrijpende maatregelen als nagelextractie achterwege konden blijven.

Wij danken de collegae Binnerts en Kolk voor hun reactie op ons artikel. Inderdaad is het jammer dat het letsel door waterstoffluoridezuur bij de door ons beschreven patiënt niet direct als zodanig is onderkend, doch dit toont juist aan hoe (potentieel) gevaarlijk een dergelijke stof in de handen van doe-het-zelvers kan zijn: patiënt, en ook arts, zijn vaak niet op de hoogte van de gevaren ervan.

Het onderzoek van Bracken et al. betreft experimentele letsels bij ratten, toegebracht door applicatie van 70 waterstoffluoride.1 In de praktijk zullen zulke hoge concentraties vrijwel uitsluitend gebruikt worden in de industrie, waar men over het algemeen wel op de hoogte is van de gevaren van deze stof, en derhalve juiste eerste hulp kan bieden. Wij kunnen ons voorstellen dat calciumgluconaatgel, in een dergelijk vroeg stadium toegepast, inderdaad voldoende zal kunnen zijn om ernstig subunguaal letsel te voorkomen.

Pegg et al. beschrijven een patiënt met een letsel ten gevolge van 50 waterstoffluoride.2 Ook bij deze patiënt trad ernstige pijn pas later op. Intra-arterieel gegeven calciumgluconaat bleek subunguaal niet voldoende pijnstilling te geven. Bij deze patiënt bleek toch ook verwijdering van de nagels noodzakelijk om het nagelbed voldoende te kunnen infiltreren.

A. Binnerts
J.J. Kolk
M.H.E. Hermans
A.F.P.M. Vloemans
Literatuur
  1. Bracken WM, Cuppage F, McLaury RL, Kirwin C, Klaassen CD.Comparative effectiveness of topical treatments for hydrofluoric acid burns.J Occup Med 1985; 27: 733-9.

  2. Browne TD. The treatment of hydrofluoric acid burns. J SocOccup Med 1974; 24: 80-9.

  3. Rinsema W, Binnerts A, Gruyl J de. Verbranding doorfluorwaterstofzuur. Ned TijdschrGeneeskd 1984; 128: 2134-6.

  4. Kolk JJ. Fluorwaterstofetsing. Tijdschr Soc Geneeskd 1980;58: 768-71.

  5. Bracken WM, Cuppage F, McLaury RL, Kirwin C, KlaassenCD. Comparative effectiveness of topical treatments for hydrofluoric acidburns. J Occup Med 1985; 27: 733-9.

  6. Pegg SP, Siu S, Gillett G. Intraarterial infections inthe treatment of hydrofluoric acid burns. Burns 1985; 11:440-3.

Bijlage