De gemodificeerde operatie volgens Nesbit voor de behandeling van kromstand van de penis

M.
Westerhof

De afgelopen jaren werd de operatie voor het reven van de penis, zoals deze in dit tijdschrift door de collegae Zeegers en Zwartendijk (1985;2505-7) werd beschreven, 15 maal in het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt toegepast. Elf maal betrof het een patiënt van wie bekend was dat hij aan de ziekte van Peyronie leed, 3 maal betrof het een zogenaamde congenitale kromstand van de penis en 1 maal een kromstand ten gevolge van een te korte urethra. De gemiddelde leeftijd van de patiënten met de ziekte van Peyronie was 53 jaar en varieerde van 29 tot 65 jaar. De mannen met een congenitale standafwijking waren resp. 16, 18, 20 en 34 jaar. De follow-up na de ingreep bedroeg ½ tot 3 jaar en was gemiddeld 1½ jaar. Vóór de operatie kregen 9 van de 11 patiënten met de ziekte van Peyronie 3 maal per week 1,5 gray voorbestraling gedurende 3 weken (13,5 gray totaal). Hierop reageerde de pijn in de meeste gevallen gunstig. Slechts wat passagère urethritis-klachten werden soms als bijwerking gezien. Slechts 2 van de 11 patiënten waren niet geheel gelukkig met het resultaat. Zij klaagden over het feit dat hun penis korter was geworden; gemeenschap was echter wel mogelijk. Sommige patiënten klaagden reeds vóór de operatie over wisselende potentiestoornissen; deze waren noch in positieve noch in negatieve zin door de ingreep beïnvloed. Bij 3 van de 15 patiënten was na de operatie nog een circumcisie wenselijk wegens overtollige voorhuid. Eén patiënt onderging een excisie van een granuloom ter plaatse van het operatielitteken in het preputium.

Deze gunstige resultaten en het gemak waarmee de operatie is uit te voeren zijn voor ons de reden om met het toepassen van deze behandeling door te gaan.

In de literatuur worden uiteenlopende resultaten vermeld over de conservatieve behandeling van de ziekte van Peyronie. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk gelegen in het feit dat de ziekte van Peyronie een wisselend beloop heeft: een periode van verslechtering van symptomen, gevolgd door een periode van verbetering. In welke periode de behandeling gegeven wordt, is meestal onduidelijk. Vaak is men gedwongen, door de ernst van de klachten, over te gaan tot behandeling.

Prospectieve gerandomiseerde onderzoekingen over de conservatieve behandeling van de ziekte van Peyronie ontbreken, ook over de lokale radiotherapie. De resultaten van Westerhof en Schröder betreffende de radiotherapeutische behandeling van de ziekte van Peyronie, zijn bemoedigend. Er zijn echter ook auteurs die goede resultaten hebben met lokale toepassing van ultrageluid. Alle conservatieve maatregelen kunnen de pijn verminderen, echter de kromstand van de penis wordt er meestal niet door beïnvloed. De door ons beschreven operatieve behandeling van de kromstand van de penis in erectie, had gunstige resultaten, zowel op de kromstand als op de pijnklachten, veroorzaakt door de ziekte van Peyronie.

M. Westerhof
F.H. Schröder
A.G.M. Zeegers
J. Zwartendijk
Literatuur
  1. Essed E, Schroeder FH. New surgical treatment for Peyroniedisease. Urology 1985; 25: 582-7.

Bijlage