Samenvatting
De creatine-kinase(CK)-MB-activiteit is belangrijk bij de diagnostiek van een acuut myocardinfarct. Bij een verhoogde CK-MB-activiteit denkt menig clinicus aan myocardcelbeschadiging. Toch worden vaak verhogingen van dit iso-enzym gezien zonder een dergelijke beschadiging. Een belangrijke oorzaak van verhoogde CK-MB-waarden is het voorkomen van macrovormen van creatine-kinase in het plasma van de patiënt. Onder macro-CK worden alle CK-varianten verstaan die een molecuulgewicht hebben groter dan 80.000 dalton (molecuulgewicht CK: 80.000 dalton). Macro-CK stoort de CK-MB-bepaling volgens de in Nederland veel gebruikte immuno-inhibitietechniek resulterend in een fout-verhoogde CK-MB-activiteit.
Aan de hand van twee ziektegeschiedenissen zullen de macrovormen van creatine-kinase, hun klinische belang en de verwarring waartoe hun aanwezigheid aanleiding kan geven, worden besproken.
(Geen onderwerp)
Bussum, september 1989,
Om te voorkomen dat een groot deel van de Nederlandse cardiologen en huisartsen een zeker wantrouwen zou gaan krijgen t.a.v. een positieve uitslag van de bepaling van CK-MB, is een nadere beschouwing t.a.v. de gebruikte bepalingsmethoden (1989;1278-81) op zijn plaats.
Het is goed erop te wijzen dat bij de interpretatie van de uitslag van de bepaling van CK-MB een fout-positieve conclusie m.b.t. de diagnose hartinfarct mogelijk is wanneer gebruik gemaakt werd van een immuno-inhibitietechniek. Het is echter onjuist te spreken over de immuno-inhibitie, aangezien er ook een soortgelijke doch qua principe wèl betrouwbare techniek toegepast kan worden, nl. op basis van de combinatie: immuno-inhibitie en immunoprecipitatie (Isomune CK).1-3 Het voert te ver om hier op de details van de methode in te gaan, maar alle door de auteurs in hun artikel geschetste problemen t.a.v. de gebruikte techniek worden door deze speciale aanpak omzeild. De activiteiten van eventuele CK-BB, marco-CK's en adenylaatkinase worden niet meegemeten. Een gering nadeel is dat de bepaling gedeeltelijk handmatig moet worden uitgevoerd en daardoor zeker bewerkelijker is. Er zal dus een afweging moeten plaatsvinden tussen snel en betrouwbaar, waarbij ik aanteken dat het halen, afnemen en voorbereiden van het monster (zoals voor laboratoriumonderzoek vrijwel algemeen gesteld kan worden) de meeste tijd vergt.
Het verdient dus aanbeveling dat de aanvrager zich door de klinisch chemicus laat voorlichten over de specificiteit en de gevoeligheid van de gebruikte bepalingsmethode van CK-MB. Dat dezelfde aanbeveling geldt m.b.t. méér bepalingen in de klinische chemie kan niet genoeg benadrukt worden.
Wu AHB, Gornet TG, Bretaudiere J-P, Panfill PR. Comparison of enzyme immunoassay and immunoprecipitation for creatine kinase MB in diagnosis of acute myocardial infarction. Clin Chem 1985; 31: 470-4.
Chan DW, Taylor E, Frye R, Blitzer R-L. Immunoenzymetric assay for creatine kinase MB with subunit-specific monoclonal antibodies compared with an immunochemical method and electrophoresis. Clin Chem 1985; 31: 465-9.
Loshon CA, McComb RB, Bowers GN. Immunoprecipitation and electrophoresis used to demonstrate and evaluate interference by CK-BB and atypical CK's with CK-MB determinations by immuno-inhibition. Clin Chem 1984; 30: 167-8.
(Geen onderwerp)
Eindhoven, september 1989,
Wij danken collega Punt voor zijn aanvullend commentaar op ons artikel. Het is inderdaad juist, dat niet alle bepalingsmethoden die gebruik maken van immuno-inhibitie bij aanwezigheid van macro-CK's en (of) CK-BB een fout verhoogde waarde voor CK-MB geven. Er zijn, zoals gebruikelijk, uitzonderingen. De CK-MB-bepaling m.b.v. Isomune CK wordt inderdaad niet beïnvloed door de aanwezigheid van macro-CK's en (of) CK-BB. Deze bepaling maakt echter naast een immuno-inhibitie gebruik van een immuno-precipitatiestap.
Het is niet onze bedoeling geweest dat Nederlandse artsen de CK-MB-bepaling zouden moeten gaan wantrouwen. Wij hebben met dit artikel de aanvragende artsen erop willen wijzen, dat de aanwezigheid van macro-CK's of CK-BB de CK-MB-bepaling m.b.v. een in Nederland veel gebruikte techniek van immuno-inhibitie kan storen. Zoals collega Punt concludeert zal overleg met de klinisch chemicus de aanvragend arts duidelijkheid geven over de specificiteit van de gebruikte CK-MB-bepalingsmethode.