Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Urologische complicaties van de ziekte van Crohn

Klinische praktijk
E.J.H. Meuleman
K.P.J. Delaere
J. Koudstaal
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:586-9
Abstract
Abstract
Sluiten
Urological complications of Crohn's disease.

- The case is reported of a young woman with a pseudotumour of the bladder complicating Crohn's disease. The urological complications of Crohn's disease are reviewed and their management is discussed. Although urological complications in the course of Crohn's disease are not rare, diagnosis is often difficult, on the one hand because the disease at the time of the complication is in an apparently quiescent phase, on the other because the urological symptoms are aspecific and the intestinal symptoms predominate.

Samenvatting

Aan de hand van de ziektegeschiedenis van een 25-jarige vrouw met een pseudotumor van de blaas, worden de urologische complicaties van de ziekte van Crohn en de behandeling daarvan besproken. Ofschoon urologische complicaties geen zeldzaamheid vormen in het beloop van de ziekte van Crohn, is het stellen van de diagnose vaak moeilijk, enerzijds omdat de ziekte op het moment van de complicatie in een schijnbaar rustige fase verkeert, anderzijds omdat de urologische symptomen aspecifiek zijn en de enterale symptomen op de voorgrond staan.

Artikelinformatie
Aanvaard op

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:586-9
Vakgebied
Urologie
Maag-darm-leverziekten
Auteursinformatie

De Wever Ziekenhuis, Heerlen.

Afd. Urologie: E.J.H. Meuleman, assistent-geneeskundige (thans: Sint Radboudziekenhuis, afd. Urologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen); dr.K.P.J.Delaere, uroloog.

Afd. Pathologische Anatomie: dr.J.Koudstaal, patholoog-anatoom.

Contact E.J.H.Meuleman

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Dordrecht, mei 1988,

Met belangstelling hebben we het artikel gelezen van Meuleman et al. waarin terecht wordt gesteld dat voor het bevestigen van de aanwezigheid van uro-enterale fistels de gebruikelijke contrastonderzoeken van dikke of dunne darm weinig behulpzaam zijn (1988;586-9). Een waardevolle aanvulling op het contrastonderzoek van de darmen wordt onzes inziens geleverd door de Bourne-test. Een monster van de na het onderzoek geproduceerde urine wordt gecentrifugeerd en vervolgens wordt van het buisje met urine een röntgenfoto gemaakt. De aanwezigheid van contrastmiddel in het sediment is bewijzend voor het bestaan van een uro-enterale fistel. Bij 10 patiënten met verdenking op een colovesicale fistel was de uitslag van deze Bourne-test positief bij 9 en bij 7 van hen was deze test als enige positief van de diverse onderzoeken die verricht waren voor het onderzoek naar fistelvorming tussen blaas en darm. Bij elk van de 10 patiënten werd de fistel bij operatie bewezen!

Ook wij hebben bij enkele patiënten dezelfde gunstige ervaring opgedaan met deze test. Het lijkt dus raadzaam om bij verdenking op fistelvorming tussen darmkanaal en urineblaas na het contrastonderzoek van de darmen de urine te onderzoeken op de aanwezigheid van contrastmiddel.

P.J. den Haan
A.C.M. van Vliet
Literatuur

  1. Amendola MA, Agha FP, Dent TL, Amendola BE, Shirazi KK. Detection of occult colovesical fistula by the Bourne test. AJR 1984; 142: 715-8.

Nijmegen, mei 1988,

Met belangstelling lazen wij de ingezonden brief van de collegae Den Haan en Van Vliet naar aanleiding van ons artikel. De Bourne-test lijkt inderdaad een waardevolle diagnostische aanvulling bij de opsporing van een uro-enterale fistel na voorafgaand contrastonderzoek van de darmen. Wij danken collegae Den Haan en Van Vliet voor hun commentaar.

E.J.H. Meuleman