Van blauwkous naar vamp; beeldvorming rond vrouwelijke artsen na 1850

Perspectief
J.P. Gijselhart
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2191-5
Abstract

Samenvatting

De opkomst van vrouwelijke artsen laat zich lezen als een postmoderne sociologische beeldroman. Pas vanaf het moment dat vrouwen het recht bevochten hadden om als arts in alle disciplines te mogen werken, komen vragen naar voren op welke wijze zij het beroep vormgeven en er plezier aan beleven en hoe zij het kunnen combineren met andere bezigheden. In diverse foto’s, tekeningen en spotprenten komt het veranderende beeld tot uiting dat de maatschappij heeft van de vrouwelijke arts. Het is nog onduidelijk wat dit debat, dat al decennia speelt, vrouwelijke artsen zal opleveren. De oproep tot verandering van het medisch beroep is er echter onverminderd groot door.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2191-5

Auteursinformatie

Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Postbus 75.971, 1070 AZ Amsterdam.

Contact Hr.drs.J.P.Gijselhart, cultuurfilosoof en bibliothecaris medisch-historische bibliotheek Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (gijselhart@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

De cartoon (figuur 2) die Gijselhart als voorbeeld van negatieve toonzetting afdrukte in zijn beschouwing over de ontvangst van de vrouw als collega in de medische wereld, heeft mij een tijdje beziggehouden (2008:2191-5). Welke implicaties zijn bedoeld in het dialoogje tussen de vrouwelijke chirurg en de gewonde guardsman? Mijns inziens camoufleert Gijselharts vertaling de meest vileine. Zijn interpretatie suggereert dat de feministische chirurge kennelijk eens door de patiënt in de boevenwagen van een demonstratie verwijderd is, maar in het origineel spreekt hij haar aan met ‘mum’. Is ‘mum’ een variant van het Engelse ‘madam’, zoals de auteur denkt? Collins English dictionary geeft voor ‘mum’ twee betekenissen: kindertaal voor ‘moeder’ (‘mam’) en: obscure biersoort. Implicatie dus: een vrouw die zover van haar lotsbestemming afgedwaald is, is ook als moeder zo ontaard dat ze haar eigen kind niet meer herkent. De guardsman lijkt het verzoenende gebaar te maken. Bedoelt hij te zeggen dat hij ook wel snapt dat een echte feministe haar zoon wel moet ontkennen als deze bij de politie gaat werken? Maar nu is hij in ieder geval gepromoveerd naar de elite van het leger, en wellicht zal dat haar hart doen smelten. Dit alles te lezen met besef van de ‘British stiff upper lip’.

Groningen, oktober 2008,

Greg en Astrid Elliott gaven als native speakers commentaar op deze brief.

J. Drenth
J.
Gijselhart

Amsterdam, oktober 2008,

Wolters’ Engels woordenboek (18e druk, 1974) geeft als vertaling van het Engelse ‘mum’ (fam.) moeder, moes(je), maatje. Drenth heeft gelijk dat ‘mum’ geen variant is op het Engelse ‘madam’ (‘mevrouw’). Zo letterlijk heb ik het ook niet gelezen. Ik heb ‘mum’ als ‘moeder(tje)’ overdrachtelijk geïnterpreteerd. De minzame reactie van de guardsman komt mij overtuigender over in de afhankelijkheidsrelatie van de mannelijke patiënt van de vrouwelijke chirurg, terwijl deze ooit omgekeerd was. Ik vind Drenths argument dat het hier om een echte moeder-zoonrelatie zou gaan vergezocht en begrijp de meerwaarde van de grap niet. Wellicht had een vertaling als ‘moesje’ de dubbelzinnigheid, zo die er al zou zijn, intact gelaten.

J. Gijselhart