Nieuwe geneesmiddelen; exenatide en sitagliptine

Klinische praktijk
H. van Bronswijk
E.A. Dubois
H. Pijl
A.F. Cohen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:876-9
Abstract

Inleiding

Opzet

In deze rubriek wordt de lezer geattendeerd op nieuwe geneesmiddelen. Voor het toepassingsgebied wordt verwezen naar de betreffende richtlijnen.

Incretinen bij diabetes mellitus type 2

Recent zijn 2 nieuwe middelen voor de behandeling van diabetes mellitus type 2 (DM2) goedgekeurd in de Europese Unie. Het werkingsmechanisme van beide berust op stimulering van de zogenaamde incretinen. Incretinen zijn peptidehormonen die worden afgegeven door het maag-darmkanaal als reactie op voedselinname.

Het best onderzochte incretine is glucagonachtig peptide 1 (GLP-1). GLP-1 wordt door zogenaamde L-cellen in de wand van het distale deel van de dunne darm geproduceerd als reactie op voedselinname. De GLP-1-secretie neemt proportioneel toe met de hoeveelheid nutriënten die in de darm aankomt. GLP-1 reguleert allerlei processen rondom de opname van glucose na de maaltijd: het stimuleert de insulineafgifte door ?-cellen in de pancreas, het onderdrukt de glucagonafgifte door ?-cellen, het vertraagt de maaglediging en het wekt een verzadigingsgevoel…

Auteursinformatie

Hr.dr.H.van Bronswijk, internist n.p., Rijswijk.

Leids Universitair Medisch Centrum, Albinusdreef 2, 2333 ZA Leiden.

Onderwijscentrum Interne Geneeskunde, kamer C5-53: mw.dr.E.A.Dubois, bioloog.

Afd. Endocrinologie en Stofwisselingsziekten: hr.prof.dr.H.Pijl, internist.

Centre for Human Drug Research, Leiden.

Hr.prof.dr.A.F.Cohen, klinisch farmacoloog.

Contact mw.dr.E.A.Dubois (e.a.dubois@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, mei 2008,

Met interesse lazen wij het artikel van Van Bronswijk et al. (2008:876-9). Onzes inziens behoeven enkele punten nadere toelichting.

De auteurs vermelden onterecht dat het werkingsmechanisme van beide nieuwe geneesmiddel-klassen ‘berust op stimulering van de zogenaamde incretinen’. Glucagonachtig-peptide-1(GLP-1)-receptoragonisten werken via binding aan de GLP-1-receptor, niet als incretinesecretagogen.1 Theoretisch kunnen deze middelen zelfs de afgifte van endogene incretinen remmen door negatieve terugkoppeling. Evenmin stimuleren dipeptidylpeptidase-4(DPP-4)-remmers de afgifte van incretinen; ze verlengen de halfwaardetijd van de actieve vorm van de incretinen in plasma. Het gebruik van de term ‘incretine’ in het stuk is verwarrend, aangezien alleen het GLP-1 uitgangspunt is van de huidige therapieën, niet het glucoseafhankelijke insulinotropische polypeptide (GIP), van welke laatste de bioactiviteit bij de mens nog onvoldoende bekend is. De suggestie dat genoemde middelen direct de insulinegevoeligheid beïnvloeden, is onjuist: deze lijkt secundair aan de bewerkstelligde verbetering van de glykemische instelling en de gewichtsreductie. Het is onduidelijk of GLP-1-receptoren voorkomen in de lever en de spieren.

Er wordt onterecht gesuggereerd dat een verminderde afgifte van GLP-1 de oorzaak is van het ontstaan van diabetes mellitus type 2 (DM2), en dat alle hieruit voortvloeiende defecten leiden tot de twee hoofdkenmerken van DM2, te weten een verminderde opname van glucose en hyperglykemie. De essentiële rol die β-celdisfunctie speelt in de ontstaanswijze van DM2 blijft hiermee onderbelicht. In de literatuur worden wisselende resultaten gemeld met betrekking tot postprandiale incretineplasmaspiegels, afhankelijk van de bestudeerde populatie. Alle beschreven veranderingen in postprandiale GLP-1-responsen en het incretine-effect bij patiënten worden momenteel gezien als fenomenen die secundair zijn aan de diabetes.2-4

M. Diamant
M.C.M. Bunck
Literatuur
  1. Baggio LL, Drucker DJ. Biology of incretins: GLP-1 and GIP. Gastroenterology. 2007;132:2131-57.

  2. Xu G, Kaneto H, Laybutt DR, Duvivier-Kali VF, Trivedi N, Suzuma K, et al. Downregulation of GLP-1 and GIP receptor expression by hyperglycemia: possible contribution to impaired incretin effects in diabetes. Diabetes. 2007;56:1551-8.

  3. Færch K, Vaag A, Holst JJ, Glümer C, Pedersen O, Borch-Johnsen K. Impaired fasting glycaemia vs impaired glucose tolerance: similar impairment of pancreatic alpha and beta cell function but differential roles of incretin hormones and insulin action. Diabetologia. 2008;51:853-61.

  4. Muscelli E, Mari A, Casolaro A, Camastra S, Seghieri G, Gastaldelli A, et al. Separate impact of obesity and glucose tolerance on the incretin effect in normal subjects and type 2 diabetic patients. Diabetes. 2008;57:1340-8.

Leiden, mei 2008,

In onze inleiding stellen wij inderdaad dat het werkingsmechanisme van de nieuwe medicamenten berust op ‘stimulering van de zogenaamde incretinen’. Om redenen die correct uiteengezet worden door collegae Diamant en Buck, maar die ook uitvoerig ter sprake komen in ons artikel, is die formulering wat ongelukkig gekozen.

Er zijn wel degelijk aanwijzingen dat GLP-1 een direct effect heeft op de werking van insuline. Gedulin et al. documenteren een gunstig effect van exenatide op de insulinegevoeligheid bij ratten, dat onafhankelijk is van voedselinname, lichaamsgewicht, HbA1c, en plasmaconcentraties van glucose en cholesterol.1 Het is inderdaad uiterst onzeker of GLP-1-receptoren tot expressie komen in de lever en de spieren. GLP-1 beïnvloedt de werking van insuline echter zeer waarschijnlijk via cerebrale receptoren die neuro-endocriene regelsystemen activeren.2

Wij hadden in het geheel niet de bedoeling te suggereren dat DM2 wordt veroorzaakt door een GLP-1-deficiëntie. In alle eerlijkheid kunnen wij de tekst waar dat uit zou blijken ook niet goed terugvinden. Er is echter consensus over vermindering van het incretine-effect bij DM2.3 Die afname wordt mede bepaald door lage plasma-GLP-1-concentraties en/of een verminderde expressie van de GLP-1-receptor. Het is juist dat deze endocriene veranderingen waarschijnlijk (in ieder geval deels) secundair zijn aan de metabole conditie.4 Dat neemt niet weg dat GLP-1 een scala aan endocriene en metabole effecten heeft die verstoord zijn bij DM2. Het medicamenteus opheffen van een incretinedeficiëntie is dus een rationele therapie voor deze ziekte.

H. van Bronswijk
E.A. Dubois
H. Pijl
A.F. Cohen
Literatuur
  1. Gedulin BR, Nikoulina SE, Smith PA, Gedulin G, Nielsen LL, Baron AD, et al. Exenatide (exendin-4) improves insulin sensitivity and β-cell mass in insulin-resistant obese fa/fa Zucker rats independent of glycemia and body weight. Endocrinology. 2005;146:2069-76.

  2. Sandoval DA, Bagnol D, Woods SC, D’Alessio DA, Seeley RJ. Arcuate GLP-1 receptors regulate glucose homeostasis but not food intake. Diabetes. [ter perse].

  3. Vilsbøll T, Holst JJ. Incretins, insulin secretion and type 2 diabetes mellitus. Diabetologia. 2004;47:357-66.

  4. Højberg PV, Zander M, Vilsbøll T, Knop FK, Krarup T, Vølund A, et al. Near normalisation of blood glucose improves the potentiating effect of GLP-1 on glucose-induced insulin secretion in patients with type 2 diabetes. Diabetologia. 2008;51:632-40.