Samenvatting
- De NHG-standaard ‘Problematisch alcoholgebruik’ is herzien.
- Ten opzichte van de vorige versie zijn de attitude van de huisarts tegenover de probleemdrinker (ongeveer 200 personen per normpraktijk van 2350 patiënten) en het gecombineerde gebruik van alcohol en drugs onder jongeren aandachtspunten.
- De vragenlijst bestaat nu uit de ‘five-shot’-vragenlijst; deze vervangt de ‘cutdown, annoyed, guilty, eye-opener’(CAGE)-vragenlijst.
- Laboratoriumonderzoek heeft weinig meerwaarde bij de diagnostiek.
- De huisarts krijgt handvatten om de probleemdrinker te motiveren tot gedragsverandering.
- Medicatie speelt een ondergeschikte rol.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2536-40
(Geen onderwerp)
Velp, november 2006,
De NHG-standaard ‘Problematisch alcoholgebruik’ (2006:2536-40) en de reacties daarop vanuit de huisartsgeneeskunde (2006:2523-4) en de interne geneeskunde (2006:2525-7) leggen de nadruk op het motiveren van de patiënt tot gedragsverandering en de attitude van de huisarts, inclusief de aanmoediging ‘durf het gesprek met de patiënt aan te gaan’ (2006:2524). ‘Problematisch alcoholgebruik’ omvat volgens de begripsbepaling ook een drinkpatroon dat leidt tot sociale problemen. Dit wordt summier vertaald naar problemen zoals scheiding van de partner en geweld in het gezin.
Meer nadruk willen wij leggen op de consequenties voor de kinderen in betreffende gezinnen. In de dagelijkse praktijk van de vertrouwensarts bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s) speelt alcoholproblematiek een rol: bij veel meldingen is er alcoholverslaving van de ouder(s), vaak als onderdeel van meervoudige problemen. Kinderen weten bij verslaafde ouders niet waar zij aan toe zijn: basisveiligheid ontbreekt. Verwaarlozing komt veelvuldig voor, deels te verklaren doordat de ouder meer bezig is met het voldoen aan eigen behoeften, dan aandacht te geven aan de kinderen. De onderliggende problematiek kan de ontwikkeling van kinderen ook rechtstreeks bedreigen. Het getuige zijn van geweld is op zich een vorm van kindermishandeling. Daarnaast bestaat het risico zelf slachtoffer te worden van fysiek geweld. Middelengebruik of -verslaving van ouders is een grote risicofactor voor kindermishandeling: bij kinderen van deze ouders komt 2,9 maal zo vaak lichamelijke mishandeling en 3,2 maal zo vaak verwaarlozing voor als bij kinderen van ouders die geen middelen gebruiken.1 Bij ongeboren kinderen is er het risico op het foetaal alcoholsyndroom (incidentie: 3,7 op 1000 levendgeborenen).2
Bovenstaande bedreiging vraagt om het nemen van verantwoordelijkheid door de (huis)arts, ook als de patiënt of de ouder zelf nog niet tot verandering bereid is. De veiligheid en de opvoeding van kinderen komen in gevaar indien noodzakelijk geachte verandering niet tot stand komt, zeker als de niet-drinkende partner geen bescherming biedt. Indien er bij kinderen of de partner psychosociaal te duiden klachten zijn of herhaalde ‘ongelukjes’, kunnen deze in motiveringsgesprekken met de patiënt worden benoemd en meegewogen. Mogelijk vergroot dit de veranderingsbereidheid. Als dat niet het geval is en de zorg over kinderen blijft bestaan, biedt de bespreking de mogelijkheid aan de arts om direct of later tot een, ook voor de ouder te begrijpen, vervolgstap over te gaan, bijvoorbeeld overleg met een AMK, om zo een vervolgtraject te bevorderen. Ook hiervoor geldt: durf het gesprek aan te gaan. Kinderen kunnen het niet alleen en de keuze of de weigering van ouder(s) is hieraan ondergeschikt. Wet- en regelgeving ondersteunen de arts; er is een meldrecht.3 Bovendien kan een situatie bij een AMK ook anoniem ter advisering worden voorgelegd.
Ruiter C de, Jong EM de. Child Abuse Risk Evaluation (CARE) Nederland. Den Haag: CARE Nederland; 2005.
Risico’s van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap en borstvoeding. Publicatienr 2004/22. Den Haag: Gezondheidsraad; 2005.
Meldcode voor medici inzake kindermishandeling. Utrecht: Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst; 2002.
(Geen onderwerp)
Utrecht, december 2006,
De reactie van collegae Kooij et al. op de samenvatting van de NHG-standaard ‘Problematisch alcoholgebruik’ bevat een welkome aanvulling over kindermishandeling als gevolg van alcoholproblematiek. In onze definitie van problematisch alcoholgebruik zijn de sociale gevolgen van het alcoholgebruik expliciet meegenomen. De NHG-standaard richt zich daarbij vooral op de lichtere alcoholproblematiek. Ook hierbij zal mishandeling van partner en kinderen vóórkomen, hoewel wij daar geen betrouwbare cijfers over hebben gevonden. Bij de ernstiger vormen van alcoholgebruik zoals alcoholmisbruik en -afhankelijkheid is het zaak dat de behandelend artsen rekening houden met de gevolgen binnen het gezin en het gesprek daarover durven aangaan, zoals onze collegae terecht aangeven.