Diagnose in beeld (192). Een man met intermitterende macroscopische hematurie

Wat is de diagnose?
A.J. Breeuwsma
I.J. de Jong
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1145
Abstract

Casus

Een 17-jarige Angolese man, sinds 2 jaar woonachtig in Nederland, werd verwezen in verband met intermitterende, pijnloze, macroscopische hematurie sedert een jaar. De voorgeschiedenis vermeldde geen bijzonderheden, met name geen seksueel overdraagbare aandoeningen. Wij zagen een vitale man met niet-slagpijnlijke nierloges. Laboratoriumonderzoek liet geen afwijkingen zien. Op het intraveneuze urogram werd beiderzijds een verwijding van het kelk-bekkensysteem gezien; ook de proximale ureter was verwijd, rechts meer dan links (figuur). Bij cystoscopie zagen wij verspreid over de blaas 5 scherp begrensde, verheven afwijkingen. Eén daarvan bevond zich ter plaatse van de rechter uretermond. Een dergelijke specifieke ‘zanderige’ vlek…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Urologie, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Hr.A.J.Breeuwsma, assistent-geneeskundige; hr.dr.I.J.de Jong, uroloog.

Contact hr.dr.I.J.de Jong (i.j.de.jong@chir.azg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, juni 2004,

‘Bij patiënten uit Afrika of Zuidoost-Azië met hematurie of dilatatie van de hogere urinewegen dient men schistosomiasis te overwegen.’ Aldus de laatste zin van de ‘Diagnose in beeld’ van Breeuwsma en De Jong (2004:1145). Ik zou hieraan toe willen voegen: ‘en dient men urineonderzoek en serologisch onderzoek te verrichten alvorens invasieve diagnostiek toe te passen.’ Onderzoek van de urine wordt niet gemeld; men zou iets willen lezen over proteïnurie, over sedimentsafwijkingen (onder andere: zijn er eieren gevonden?) en over onderzoek van 24-uursurine. Het nu gepresenteerde onderzoek heeft mooie plaatjes opgeleverd, maar het was wel een overbodig, invasief en voor de patiënt onaangenaam onderzoek met een zeker risico op complicaties – een weliswaar klein, maar niet geheel afwezig risico.

Overigens komt Schistosoma haematobium in Zuidoost-Azië niet voor.

P.A. Kager
A.J.
Breeuwsma

Groningen, juni 2004,

Bij een patiënt met een chronische ontsteking uit een gebied waar schistosomiasis endemisch is, kan een moeilijk detecteerbare infectie bestaan. Cytologisch en microscopisch onderzoek van de urine van onze patiënt (onder meer onderzoek naar eieren) liet geen afwijkingen zien (behoudens hematurie met > 35 erytrocyten per gezichtsveld).

Het bepalen van serum-IgM en -IgG tegen respectievelijk Schistosoma-worm- en -ei-antigeen leverde evenmin aanwijzingen op voor een Schistosoma-infectie. Ig-serologisch onderzoek kan bij mensen uit gebieden waar schistosomiasis endemisch is, fout-negatieve resultaten opleveren. De circulerend-antigeentest voor schistosomen toonde uiteindelijk een actieve infectie aan (circulerend anodaal antigeen (CAA): 23,2 ng ‘trichloroacetic acid soluble fraction of adult worm antigen’-(AWA-TCA)/ml; circulerend kathodisch antigeen (CCA): 50,5 ng AWA-TCA/ml).

Conform de richtlijn ‘Hematurie’ van de Nederlandse Vereniging voor Urologie worden bij patiënten jonger dan 40 jaar met macroscopische hematurie van onbekende origine naast laboratoriumonderzoek (creatininewaarde) ook cytologisch urineonderzoek en echografie van de nieren verricht, en er wordt een buikoverzichtsfoto gemaakt. Urethrocystoscopie wordt verricht bij hematurie zodra er een intravesicale aandoening wordt vermoed. Onzes inziens zijn deze onderzoeken niet direct noodzakelijk voor het stellen van de diagnose ‘schistosomiasis’. Voor het vaststellen van de aard en uitgebreidheid van urologische afwijkingen echter zijn urethrocystoscopie en beoordeling van de hogere urinewegen onontbeerlijk, naar onze mening ook bij deze ziekte. De bevindingen bij deze onderzoeken bepalen immers of verdere interventie nodig is. Overigens is moderne, flexibele cystoscopie nauwelijks belastend te noemen.

A.J. Breeuwsma
I.J. de Jong