Samenvatting
Een 39-jarige man die een fietstocht van Tibet naar Nepal maakte, bezocht een maand later de polikliniek met aanhoudende diarree, bovenbuikklachten en ernstig gewichtsverlies. Parasitologisch onderzoek van de feces toonde oöcysten van Cyclospora cayetanensis en patiënt werd behandeld met trimethoprim-sulfamethoxazol (co-trimoxazol) met goed resultaat. C. cayetanensis is pas recentelijk ontdekt als protozoaire oorzaak van diarree. Infecties worden vooral gemeld uit gebieden met een lage hygiënische standaard zoals Midden- en Zuid-Amerika, het Indiase subcontinent (Nepal), Indonesië en Zuidoost-Azië. De infectie gaat gepaard met diarree (meestal waterdun), buikkrampen en bovenbuikklachten en kan een geprotraheerd beloop hebben. De diagnose wordt na parasitologisch onderzoek van de feces gesteld (waarbij men zich moet hoeden voor verwarring met cryptosporidiën) en behandeling met trimethoprim-sulfamethoxazol heeft goed resultaat.
(Geen onderwerp)
Bunnik, augustus 2002,
Als fervent fietser lees ik natuurlijk onmiddellijk de casuïstische mededeling van Dekker en Kager (2002:1502-4) met grote interesse. Een interessant artikel, waarin een paar dingen mij opvallen.
De auteurs geven geen tip voor beleid. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een advies in de trant van: ‘Bij wereldreizigers met waterdunne diarree die langer duurt dan een week is grondig onderzoek van feces op diverse ziektekiemen, inclusief Cyclospora, geïndiceerd.’ De periode van een week is slechts een suggestie.
Wat betreft preventie. Leuk, die bekende reiskreet ‘kook, bak, schil of laat staan.’ Maar voor een actieve fietser geldt: ‘Eat, drink or die.’ Zeker als je bergpassen van boven de 4000 m fietsend wilt passeren. Praktischer lijkt mij een advies wat wél te drinken of te eten. Bijvoorbeeld: water of allerlei limonades uit flesjes, bij voorkeur koolzuurhoudend als extra zekerheid voor de degelijkheid van de afsluiting. Geen melk, wel yoghurt omdat je aan yoghurt onmiddellijk kunt zien of die bedorven is of niet. Of een tip als: ‘Reinig de bidons (drinkkruikjes) van tijd tot tijd. Bijvoorbeeld met een tandenborstel en tandpasta.’
(Geen onderwerp)
Amsterdam, september 2002,
De reactie van collega Van Hulten brengt het reizen onder bijzondere omstandigheden onder de aandacht. Niemand kan tegen zijn eerste advies zijn, maar voor vele wereldreizigers lijkt een week lang waterdunne diarree ons te lang, zeker bij verblijf op grote hoogte, bij grote inspanning of onder extreme omstandigheden (woestijn, poolgebieden). Het is in die omstandigheden verstandig bij waterdunne diarree (zonder koorts, zonder bloed en slijm) ciprofloxacine te nemen, eenmalig 1000 mg, eventueel samen met loperamide, 4 mg. Uiteraard dient men aan vocht en elektrolyten te denken. Bij aanhoudende diarree neme men 3-5 dagen ciprofloxacine, 500 mg 2 dd. Als de diarree dan nog niet overgaat, is goed onderzoek geïndiceerd. Echter, als dat niet verricht kan worden, zou een kuur hooggedoseerde co-trimoxazol overwogen kunnen worden.
De praktische tips van Van Hulten zijn nuttig; mineraalwater en cola zijn tegenwoordig vrijwel overal te koop. De fietser en de rugzaktoerist nemen zo weinig mogelijk mee, maar er zijn tegenwoordig effectieve, kleine en lichte waterfilterpompjes op de markt en er is een bidon waarin filters zitten die vrijwel alle kwaad tegenhouden. Het was ons niet bekend dat tandpasta helpt tegen algen in een bidon.