Samenvatting
Bij een 71-jarige man werd een Salmonella dublin-infectie vastgesteld. Hij presenteerde zich met buikpijn zonder diarree en een sepsis, en bleek een geïnfecteerd infrarenaal aneurysma aortae te hebben. Dit werd behandeld met chirurgische uitschakeling van het aneurysma en implantatie van een extra-anatomische axillofemorofemorale bypass, gevolgd door langdurige antibiotische behandeling. Negen maanden na de primaire behandeling overleed de patiënt aan de gevolgen van een ruptuur van de aortastomp. Een met S. dublin geïnfecteerd aneurysma aortae is een zeldzame aandoening met een hoge sterfte. Humane S. dublin-infecties zijn in verband gebracht met het consumeren van ongepasteuriseerde zuivelproducten van geïnfecteerde dieren.
(Geen onderwerp)
Heemstede, april 2002,
Het door Jacobs et al. (2002:520-4) beschreven secundair geïnfecteerde aneurysma aortae bij een 71-jarige patiënt werd gereseceerd en een axillofemorofemorale bypass werd aangelegd met toevoeging van antibiotica gedurende 3 maanden. 9 maanden later overleed de patiënt na een ruptuur van de aortastomp.
Recent zagen wij een 81-jarige patiënt met een symptomatisch aneurysma aortae van 6,4 cm. Op een CT-scan werd rond het lumen een trombusmassa gezien met een hypodense rand, waarbij een lekkage niet kon worden uitgesloten. Bij laparotomie werd een niet-geruptureerd infrarenaal aneurysma aangetroffen met een kleine circumscripte intramurale vochtcollectie. Een aortabuisprothese werd ingehecht. Uit de intramurale holte werd Salmonella type D gekweekt. Het postoperatieve beloop was voorspoedig en de patiënt kon 8 dagen na de operatie naar huis worden ontslagen. De toediening van orale antibiotica (ciprofloxacine) werd 6 weken voortgezet. Patiënt, overigens een vegetariër, verkeert 4 maanden na de operatie in een gezonde toestand.
Bacteriële aortitis is een zeldzaam, maar gevaarlijk ziektebeeld met een hoge sterfte. Veelal wordt gekozen voor resectie van het geïnfecteerde weefsel, na arteriële reconstructie met een extra-anatomische bypass door niet-gecontamineerd weefsel. Echter, zoals ook door Jacobs et al. terloops genoemd, zijn ook succesvolle behandelingen beschreven met het primair inbrengen van een standaardaortaprothese. Wij willen van de gelegenheid gebruikmaken deze behandelingsvorm expliciet te noemen. Tegenover het evidente voordeel van een extra-anatomische bypass door niet-gecontamineerd weefsel staan nadelen als morbiditeit door orale anticoagulantia, occlusie van de bypass met een verhoogde kans dat amputaties nodig zijn en het gevaar van ruptuur van de aortastomp. In de literatuur lopen de percentages van deze laatste complicatie uiteen van 2 tot 20. O’Hara et al. berekenden dat bij 32% van de overleden patiënten de doodsoorzaak het gevolg was van een ruptuur van de aortastomp.1
Uit de literatuur blijkt dat een extra-anatomische bypass geïndiceerd is bij ernstige tekenen van een sepsis of een moeilijk te reseceren peri-aortale infectie. Primaire reconstructie van de aorta wordt aanbevolen bij patiënten met een gelokaliseerde infectie van de aorta.2 Deze mogelijkheid dient naar onze mening altijd tenminste te worden overwogen.
O'Hara PJ, Hertzer NR, Beven EG, Krajewski LP. Surgical management of infected abdominal aortic grafts: review of a 25-year experience. J Vasc Surg 1986;3:725-31.
Bandyk DF, Novotney ML, Back MR. Expanded application of in situ replacement for prosthetic graft infection. J Vasc Surg 2001;34:411-20.