De Vereniging van Integrale Kankercentra heeft een rapport doen verschijnen waarin speciale aandacht is gegeven aan de incidentie en de mortaliteit van kanker op de kinderleeftijd.1 Hiermee wordt inzicht verschaft in de effectiviteit van diagnostiek en behandeling van kanker bij kinderen van 1989-1997, terwijl de beschreven resultaten de mogelijkheid bieden tot vergelijking met resultaten van landen waar in dezelfde periode ook een dergelijke registratie heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld Engeland en Scandinavië).
belang van classificatie
In de afgelopen decennia hebben diagnostische en therapeutische mogelijkheden in de geneeskunde een niet te voorziene vlucht genomen. Zorgvuldige classificatie van kanker op de kinderleeftijd en klinische stagering hebben mogelijkheden gecreëerd voor nationaal en internationaal onderzoek naar specifieke therapeutische strategieën. De ontwikkeling van histologische, cytologische, genetische en moleculair-biologische technieken heeft geleid tot een steeds nauwkeuriger classificatie met gerichte therapeutische en prognostische consequenties.
Een goed voorbeeld hiervan is de klinisch-biologische classificatie van acute lymfatische leukemie (ALL). Internationaal…
(Geen onderwerp)
Amsterdam, augustus 2001,
Het duidelijke en bondige artikel van Heymans en Caron geeft een goed overzicht van de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen nu kinderen met kanker steeds vaker overleven (2001:1442-4). Terecht besteden de auteurs aandacht aan de vorderingen die zijn gemaakt bij de gecombineerde cytostatische, chirurgische en radiotherapeutische behandeling van kinderen met een Wilms-tumor (nefroblastoom). Hun opmerking over de niersparende chirurgie bij Wilms-tumoren kan echter leiden tot misverstanden en ik wil daar graag enkele kanttekeningen bij plaatsen. Als de auteurs met niersparende behandeling bedoelen partiële in plaats van totale nefrectomie bij enkelzijdige tumoren, moet ik hen teleurstellen. Analyse van de kinderen die in het Emma Kinderziekenhuis AMC in Amsterdam werden geopereerd wegens een enkelzijdige Wilms-tumor toonde aan dat partiële nefrectomie slechts bij ongeveer 10% mogelijk geweest zou zijn.1 Deze bevinding komt geheel overeen met de ervaringen van andere oncologische kinderchirurgen, zowel in Europa als in de VS, dat partiële nefrectomie bij enkelzijdige Wilms-tumoren slechts bij uitzondering verantwoord is. Wel wordt deze ingreep (noodgedwongen) vaak uitgevoerd bij kinderen met dubbelzijdige Wilms-tumoren, maar dat betreft slechts 5% van alle patiënten met nefroblastomen.
Het bijzondere van de behandeling van kinderen met een Wilms-tumor is echter dat in de loop der jaren de cytostatische therapie bij stadia I en II steeds minder intensief is geworden, met behoud van de goede overlevingskansen. Terwijl de behandeling van veel tumoren steeds intensiever is geworden, met navenante bijwerkingen, zijn de nefroblastoomtrials van de Société Internationale d'Oncologie Pédiatrique erop gericht om een minimaal nodige behandeling te vinden. Overigens zijn er gelukkig ook tumoren waar de operatieve behandeling minder uitgebreid en dus minder mutilerend is geworden, zonder dat dit ten koste gaat van de overlevingskansen. Het rabdomyosarcoom van de bekkenorganen bij zowel jongens als meisjes is hiervan een goed voorbeeld.2
Bij de behandeling van kinderen met kanker is een voortdurende afweging van de aard, intensiteit en timing van chemotherapie, chirurgie en radiotherapie essentieel. Een goede afweging is alleen mogelijk in multidisciplinair overleg, zoals in het Emma Kinderziekenhuis AMC in de werkgroep Kindertumoren. Vele vorderingen die Heymans en Caron beschrijven, zijn te danken aan deze multidisciplinaire aanpak, en mijns inziens is dat een belangrijke boodschap van hun commentaar.
Moorman-Voestermans CGM, Aronson DC, Staalman CR, Delemarre JFM, Kraker J de. Is partial nephrectomy appropriate treatment for unilateral Wilms’ tumor? J Pediatr Surg 1998;33:165-70.
Heij HA, Vos A, Kraker J de, Voûte PA. Urogenital rhabdomyosarcoma in children: is a conservative surgical approach justified? J Urol 1993;150:165-8.