1999, het jaar van de ontslagen hoofdredacteuren

Opinie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:3-1
Abstract

Het zal de meeste lezers niet zijn ontgaan dat in het afgelopen jaar 3 hoofdredacteuren van medische tijdschriften hun functie hebben neergelegd. Ten opzichte van ontslagen in het bedrijfsleven niet een groot aantal, maar het is wel opmerkelijk voor een relatief rustige beroepsgroep. In januari werd G.Lundberg, de hoofdredacteur van The Journal of the American Medical Association (JAMA), op staande voet ontslagen, in juli kreeg J.Kassirer van The New England Journal of Medicine (NEJM) een (verplichte) ‘sabbatical’ waarna zijn contract niet zal worden verlengd en in augustus nam F.Meijman, sinds 14 jaar voorzitter van de redactiecommissie van Huisarts en Wetenschap (H&W), zelf ontslag na een ambtsperiode van 20 jaar. Hoewel deze gebeurtenissen geen verband met elkaar houden, komen de oorzaken van hun vertrek opvallend overeen. Er zijn echter ook verschillen.

Lundberg maakte in zijn 17-jarig redacteurschap JAMA van een onbeduidend verenigingsblad tot een medisch-wetenschappelijk…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Utrecht, januari 2000,

In een redactionele kanttekening (2000:3-4) wordt gesuggereerd dat het ontslag van de voorzitter van de redactiecommissie van Huisarts en Wetenschap (H&W) min of meer afgedwongen zou zijn en dat het bestuur van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een beslissing genomen zou hebben over de verandering van de inhoud van H&W. Dit is een onjuiste weergave van de feiten.

Het bestuur van het NHG heeft de redactionele onafhankelijkheid nooit ter discussie gesteld. Daarnaast is het zo dat de statuten van de Vereniging Nederlands Huisartsen Genootschap voor meer dan de helft juist betrekking hebben op de redactionele onafhankelijkheid van H&W. De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) signaleert door het NHG-bestuur voorgestelde veranderingen in de inhoud van H&W die ten koste zouden gaan van het wetenschappelijk karakter van H&W. Hoe is echter de feitelijke situatie?

Nog tijdens het redactievoorzitterschap van Meijman heeft het bestuur van het NHG de voorbereidingen getroffen voor het instellen van een breed samengestelde adviescommissie Publicatiebeleid. Aanleiding daartoe was enerzijds een voorstel van de redactiecommissie om te komen tot een uitbreiding van activiteiten van H&W en anderzijds de behoefte van het bestuur om het gehele publicatiebeleid van het NHG onder de loep te nemen. Bij de overwegingen van het bestuur speelden ontwikkelingen op het terrein van kwaliteitsbevordering voor huisartsen en ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie een belangrijke rol. De opdracht waarmee de adviescommissie inmiddels van start is gegaan, wordt door zowel het bestuur als de redactiecommissie van H&W gedragen. In deze adviescommissie hebben onder anderen twee leden van de redactiecommissie van H&W zitting genomen. De taakopdracht van deze adviescommissie is het bestuur binnen zes maanden te adviseren over (onder meer) een medium dat een platform biedt voor het overdragen en vastleggen van wetenschappelijke kennis, ondersteuning biedt aan de implementatie van het kwaliteitsbeleid van het NHG en verenigingsnieuws verspreidt. Deze taakopdracht is ruim en biedt de mogelijkheid om ook advies uit te brengen over de elektronische verspreiding van publicaties. Bij haar advies zal de commissie ook de uitkomsten van een onder haar auspiciën uit te voeren lezersonderzoek betrekken. In de taakopdracht van genoemde adviescommissie heeft het bestuur de eerdergenoemde redactionele onafhankelijkheid nogmaals en nadrukkelijk omschreven.

Het zou bij het wetenschappelijk karakter van een tijdschrift met de staat van dienst van het NTvG hebben gepast wanneer het zijn meningsvorming had gebaseerd op meer dan één interview in Medisch Contact.

W.A.B. Stalman,

Amsterdam, januari 2000,

Volgens de leden van het bestuur van het NHG suggereren wij in onze redactionele kanttekening dat hun standpunt ertoe geleid zou hebben dat de voorzitter van de redactiecommissie van H&W zelf ontslag heeft genomen. Wij hebben ons gebaseerd op de gegevens uit een interview in Medisch Contact,1 en hebben in datzelfde tijdschrift tot op heden geen reactie aangetroffen waaruit blijkt dat het bestuur van het NHG het oneens zou zijn met het daar gestelde. Ook in een artikel van Hofmans hebben wij vergelijkbare informatie gelezen.2

Het is niet de bedoeling geweest van de hoofdredactie om een standpunt in te nemen in de klaarblijkelijke vertrouwensbreuk tussen de voorzitter van de redactiecommissie van H&W en het bestuur van het NHG, maar wij wilden nog eens duidelijk maken dat de functie van eigenaren van tijdschriften verschillend is van die van hoofdredacteuren. Eigenaren hebben het recht om hoofdredacteuren te benoemen en te ontslaan en om belangrijke zakelijke beslissingen te nemen, waarbij de hoofdredacteuren overigens zoveel mogelijk betrokken dienen te worden. Hoofdredacteuren moeten de volledige bevoegdheid hebben om het redactionele beleid van het tijdschrift te bepalen.

Met nadruk stellen wij hierbij nog eens dat zonder een vertrouwensbasis de onderlinge verhoudingen meestal tot conflicten zullen leiden. Uitgebreider verwoording van deze vrijheid en integriteit is ook te vinden in een van de verklaringen van het International Committee of Medical Journal Editors.3

De Hoofdredactie
Literatuur
  1. Crul BVM. Redactionele vrijheid onder druk. Med Contact 1999; 54:1540-2.

  2. Hofmans EA. Twintig jaar Frans J.Meijman en Huisarts en Wetenschap. Bij het afscheid van een gedreven professional. Huisarts Wet 1999;42:487-90.

  3. International Committee of Medical Journal Editors. Uniform requirements for manuscripts submitted to biomedical journals. Ann Intern Med 1997;126:36-47.