Samenvatting
- Veel vrouwen hebben gedurende kortere of langere tijd last van soms heftige pijn in de borsten. Over de werkelijke oorzaak van deze pijn is vooralsnog weinig bekend.
- Hoewel de angst van veel vrouwen dat de pijn een symptoom van borstkanker is zelden gegrond blijkt te zijn, dient onderzoek primair deze mogelijkheid uit te sluiten.
- Voor de meeste vrouwen vormt geruststelling dat het geen borstkanker is voldoende behandeling.
- Indien de klachten zo ernstig zijn dat ze de kwaliteit van leven duidelijk nadelig beïnvloeden en de mogelijkheid van een maligniteit door onderzoek zeer onwaarschijnlijk is geworden, kan medicamenteuze therapie worden overwogen.
- Chirurgische behandeling van diffuse borstpijnen moet worden afgeraden.
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:628-33
Vakgebied
(Geen onderwerp)
Drunen, maart 1998,
In het artikel van Roukema en Van der Heul wordt sleutelbloemolie vermeld als bron van γ-linoleenzuur (1998:628-33). De sleutelbloem wordt gerekend tot het genus Primula. Gewoonlijk wordt γ-linoleenzuur betrokken uit teunisbloem-olie (in Nederland de teunisbloem Oenothera biennis) of uit de Borago officinalis. Kunnen de auteurs mededelen welke soort van het geslacht Primula ook γ-linoleenzuur levert?
(Geen onderwerp)
Dalfsen, maart 1998,
In het voortreffelijke overzicht van Roukema en Van der Heul wordt sleutelbloemolie genoemd als natuurlijke bron voor γ-linoleenzuur. Het is mij niet bekend of sleutelbloemolie dit bevat. In de bronartikelen wordt over ‘evening primrose oil’ gesproken. Dit is de olie van de teunisbloem, geslacht Oenothera. Dit zijn bloemen die 's zomers tegen de avond of zonsondergang open gaan. ‘Primrose’ is te vertalen met ‘sleutelbloem’, ‘evening primrose’ met ‘teunisbloem’.
Hoewel het responspercentage gering is, is het voor veel vrouwen een acceptabel middel wegens de geringe bijwerkingen en de ‘natuurlijkheid’. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules bij de reformdrogist. Er zijn wel gerandomiseerde onderzoeken mee gedaan, en het middel is in Groot-Brittannië geregistreerd als geneesmiddel (Efamast). Ik adviseer het regelmatig als middel van eerste keus.
(Geen onderwerp)
Tilburg, april 1998,
De collegae Hartman en De Vries hebben gelijk, De Vries is daarnaast ook nog zo vriendelijk uit te leggen hoe onze vergissing ontstaan is. Betrof het hier slechts een wat onnozele vertaalfout, dan zouden wij het bij deze verklaring laten, maar de geschiedenis van deze vergissing voert iets verder en is naar onze mening leerzaam:
In het oorspronkelijke manuscript gebruikten wij als vertaling voor ‘evening primrose oil’ de term ‘teunisbloemolie’. Dit manuscript werd door de redactie van het Tijdschrift, voorzien van opbouwend commentaar van de referenten, aan ons geretourneerd met het verzoek de tekst hier en daar te herzien en aan te passen. Eén der referenten had met een kloeke streep de term ‘teunisbloemolie’ als incorrect aangemerkt en de ‘juiste’ vertaling erbij geschreven: ‘sleutelbloemolie’. Daarbij werd gerefereerd aan een artikel in de The Practitioner.1 En inderdaad wordt in dit Nederlandstalige artikel over dezelfde materie de term ‘sleutelbloemolie’ gehanteerd. Zonder een moment te twijfelen aan de autoriteit van de referent of aan de juistheid van de aanduiding in genoemd artikel hebben wij de correctie doorgevoerd. Binnen de geneeskunde zijn wel meer dwalingen bekend die ontstonden uit het kritiekloos overschrijven van wat autoriteiten beweerden. Gelukkig hebben Hartman en De Vries ons gecorrigeerd.
Velde CJH van de. Mastodynie. Practitioner 1992;9:382-4.