Frequentie en determinanten van episiotomie in de tweedelijnsverloskunde in Nederland

Onderzoek
K.T. Zondervan
S.E. Buitendijk
S. Anthony
E.J.C. van Rijssel
P.H. Verkerk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:449-52
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van de frequentie van episiotomie in de tweedelijnsverloskunde, alsmede onderzoeken van risicofactoren die van invloed zijn op de kans op episiotomie in de tweede lijn.

Plaats

Nederlandse ziekenhuizen en poliklinieken.

Opzet

Observationeel onderzoek.

Methoden

Er werden gegevens gebruikt van 65.313 vaginale bevallingen van levendgeboren eenlingen, geregistreerd in de tweedelijns Landelijke Verloskunde Registratie (LVR-2) van 1990. De invloed van kenmerken van moeder, kind, zwangerschap en bevalling op de kans op episiotomie werd eerst ongecorrigeerd berekend en vervolgens in een logistisch regressiemodel.

Resultaten

In 39 van alle tweedelijnsbevallingen werd episiotomie verricht. In de groep vaginale bevallingen van levendgeboren eenlingen was dit percentage 46. Naast bekende factoren (pariteit, instrumentgebruik, partusduur) beïnvloedde ook etniciteit de kans op episiotomie: bij mediterrane, creoolse en Hindoestaanse vrouwen werden minder episiotomieën verricht dan bij Nederlandse vrouwen (odds ratio (OR): 0,47; 95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI): 0,44-0,51). Gynaecologen en assistent-geneeskundigen gynaecologie verrichtten, na correctie voor mogelijke verstorende factoren, meer episiotomieën dan verloskundigen (OR: 1,54; 95-BI: 1,46-1,63). In academische ziekenhuizen werden minder episiotomieën verricht dan in grote niet-academische ziekenhuizen (OR: 0,81; 95-BI: 0,76-0,87).

Conclusie

De beslissing tot episiotomie lijkt niet alleen af te hangen van factoren die de kans op perineale ruptuur of op foetale complicaties vergroten, ook het type zorgverlener en het type ziekenhuis lijken van invloed.

Auteursinformatie

TNO Preventie en Gezondheid, Stichting Perinatale Epidemiologie Nederland, afd. Jeugd, Postbus 124, 2300 AC Leiden.

K.T.Zondervan en S.Anthony, onderzoeksmedewerkers; S.E.Buitendijk en P.H.Verkerk, arts-epidemiologen.

Leyenburg Ziekenhuis, afd. Gynaecologie en Verloskunde, Den Haag.

Dr.E.J.C.van Rijssel, gynaecoloog.

Contact S.E.Buitendijk

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, maart 1995,

Het is jammer dat Zondervan et al. in hun publikatie over de episiotomie zo weinig oog hebben voor produkten van eigen bodem (1995;449-52). In twee publikaties van Nederlandse auteurs is geschreven over de samenhang tussen etniciteit en episiotomieën.12 In beide is de aangelegenheid zelfs in een betekenisvoller kader gezet, namelijk in dat van de kans op perineumbeschadigingen.

In de bedoelde publikaties staat te lezen dat negroïden (bij een ongecompliceerde bevalling) minder kans lopen een episiotomie te krijgen dan blanke vrouwen en dat zij minder vaak een perineumruptuur oplopen. Dat is van enig belang daar hieruit blijkt dat het niet eenvoudig een kwestie van uitdrijvingsduur of kunstverlossing is, maar dat ook nog andere factoren, mogelijk vorm en stand van het bekken, een rol spelen.

A. van Enk
Literatuur
  1. Nordbeck HJ, Doornbos HPR. Perinatal mortality. Obstetric riskfactors in a community of mixed ethnic origin in Amsterdam [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 1985.

  2. Enk A van, Doornbos HPR, Nordbeck HJ. Some characteristics of labor in ethnic minorities in Amsterdam. Int J Gynaecol Obstet 1990;33:307-11.

Leiden, maart 1995,

De conclusies van beide artikelen waar collega Van Enk aan refereert, komen mijns inziens goed overeen met die in ons artikel. Wij concludeerden dat niet-Nederlandse vrouwen een geringere kans hebben op een episiotomie, nadat voor factoren als uitdrijvingsduur, kunstverlossing of geboortegewicht is gecorrigeerd. Het is dus inderdaad plausibel, zoals collega Van Enk aangeeft, dat andere factoren, zoals de stand van het bekken of de anatomie van het perineum, hierbij een rol spelen.

S.E. Buitendijk