Cholestatische icterus door amoxicilline-clavulaanzuur bij 4 patiënten

M. Hanssens
A. Mast
V. van Maele
W. Pauwels
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1481-3
Abstract

Samenvatting

Bij 4 patiënten, 2 mannen en 2 vrouwen van respectievelijk 73, 68, 84 en 72 jaar oud, werd een reversibele cholestatische icterus vastgesteld 28-35 dagen na het begin van een 7-10-daagse kuur met amoxicilline-clavulaanzuur (Augmentin). Gezien de relatief lange latentieperiode tussen de toediening en het optreden van deze zeldzame complicatie ligt het vroegtijdig herkennen van deze medicamenteus geïnduceerde cholestase niet voor de hand. Het pathogenetisch mechanisme van deze idiosyncratische cholestase is niet bekend.

Auteursinformatie

Algemeen Ziekenhuis H. Familie, afd. Gastro-enterologie, Groenebriel 1, 9000 Gent, België.

Dr.M.Hanssens, assistent-geneeskundige; dr.A.Mast, dr.V.van Maele en dr.W.Pauwels, gastro-enterologen.

Contact dr.A.Mast

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

J.J.
van der Horst

Terborg, augustus 1994,

Het artikel van Hanssens et al. heb ik met veel belangstelling gelezen (1994;1481-3). Gaarne maak ik enkele aanvullende opmerkingen.

De combinatie amoxicilline-clavulaanzuur (Augmentin) is in 1981 eerst in Groot-Brittannië geïntroduceerd, in een verhouding amoxicilline-clavulaanzuur van 2:1. De verhouding 4:1 werd in Nederland in 1983 en in België in 1986 geïntroduceerd (Smith Kline Beecham B.V., schriftelijke mededeling).

Een cholestatische icterus als bijwerking van deze combinatie werd voor het eerst beschreven in 1988, in dit tijdschrift.1 Sindsdien zijn meer dan 100 meldingen wereldwijd hiervan ontvangen. Incidenteel is een fatale afloop beschreven. Ofschoon bij gebruik van amoxicilline-clavulaanzuur de incidentie van cholestatische icterus laag is, melden verschillende auteurs een asymptomatische stijging van de serumtransaminasen bij 23% van de kuren.23 Globaal is deze stijging 2-10 keer de bovengrens van normaal, de stijging van de serumactiviteit van alkalische fosfatase is 2-7 keer de bovengrens van normaal.2

Hoewel het achterliggende mechanisme nog niet goed bekend is, pleiten een versnelde reactie na re-expositie en het optreden van andere overgevoeligheidsmanifestaties zoals exantheem, hypereosinofilie en aanwezigheid van antilichamen tegen verschillende weefsels toch voor een immuno-allergische genese.4-6 Hanssens et al. noemen deze verschijnselen niet bij de 4 door hen beschreven patiënten, maar dat lijkt door het kleine aantal patiënten verklaard te kunnen worden. Nader onderzoek is zeker gewenst. Juist een huisarts moet, gewapend met deze kennis, bij een patiënt met een pijnloze icterus zonder alarmsymptomen maar met amoxicilline-clavulaanzuur-gebruik in de voorafgaande 6 weken, overwegen de patiënt invasieve en dure onderzoeken te besparen en zelf een controlebeleid te hanteren.

J.J. van der Horst
Literatuur
  1. Broek JWG van den, Buennemeyer BLM, Stricker BHCh. Cholestatische hepatitis door de combinatie amoxicilline en clavulaanzuur (Augmentin). Ned Tijdschr Geneesk 1988;132:1495-7.

  2. Larrey D, Vial T, Micaleff A, Babany G, Morichau-Beauchant M, Michel H, et al. Hepatitis associated with amoxycillin-clavulanic acid combination, report of 15 cases. Gut 1992;33:368-71.

  3. Iravani A, Richard GA. Amoxycillin-clavulanic acid versus cefaclor in the treatment of urinary tract infections and their effects on the urogenital and rectal flora. Antimicr Agents Chemoth 1986;29:107-11.

  4. Wong FS, Ryan J, Dabkowski P, Dudley FJ, Sewell RB, Smallwood RA. Augmentin induced jaundice [review]. Med J Austr 1991;154: 698-701.

  5. Alexander P. et al. Intrahepatic cholestasis induced by amoxycillinclavulanic acid (Augmentin), a report on two cases. Acta Clin Belg 1991;46(5):327-332.

  6. Neftel KA, Cerny A. Beta-lactam antibiotics other than penicillins and cephalosporins. In: Meyler's side effects of drugs. 12th edition. Amsterdam: Excerpta Medica, 1992:632-5.

A.A.A.
Verheij

Leidschendam, augustus 1994,

In hun uitstekende artikel maken Hanssens et al. melding van een zeldzame complicatie van het veelgebruikte amoxicilline-clavulaanzuur (Augmentin).

In het Diaconessenhuis te Voorburg zagen wij een patiënte met een zelfde complicatie. Deze 91-jarige patiënte was onlangs met icterus, jeuk, nausea en 37,4°C opgenomen. Haar symptomen ontstonden 5 weken na een behandeling met amoxicilline-clavulaanzuur in verband met een geïnfecteerd zwemmerseczeem (1 g 4 dd i.v. gedurende 6 dagen en daarna nog enige dagen p.o.) Enige laboratoriumuitslagen waren: alanine-aminotransferase: 479 U/l, aspartaat-aminotransferase: 287 U/l, alkalische fosfatase: 558 U/l, bilirubine: 265 µmol/l, hepatitis A-IgM-antistoffen en hepatitis B-s-antigeen: negatief. Echografie liet noch galstenen noch dilatatie van de galwegen zien. Vier weken na opname ging het goed met patiënte; de laboratoriumafwijkingen waren nagenoeg genormaliseerd.

Ik deel de veronderstelling van auteurs dat de incidentie van deze laattijdige complicatie van amoxicilline-clavulaanzuur wegens de lange latentieperiode wordt onderschat.

A.A.A. Verheij

Gent (België), augustus 1994,

De reacties van de collegae Van der Horst en Verheij verschaffen bijkomende argumenten om aan te nemen dat de incidentie van cholestatische icterus veroorzaakt door amoxicilline-clavulaanzuur wellicht onderschat wordt. Wij danken Van der Horst voor de aanvullende informatie. Een immuno-allergische pathogenese van deze icterus is inderdaad de meest waarschijnlijke. De argumenten die Van der Horst in het voordeel van deze hypothese aanhaalt, konden wij bij onze patiënten echter niet terugvinden. Wij delen zijn mening dat invasieve onderzoeken kunnen voorkomen worden indien deze verwikkeling opgenomen wordt in de differentiële diagnose bij patiënten met cholestatische icterus en met voorafgaande amoxicilline-clavulaanzuur-behandeling. Het publiceren van onze artikel in dit algemeen medisch tijdschrift had als doel aan deze bijwerking betere bekendheid te geven, juist om deze nodeloze onderzoeken te vermijden.

M. Hanssens
A. Mast
V. van Maele
W. Pauwels