Een patiënt, die sinds 2 jaar staat ingeschreven in uw praktijk en met wie u tot op heden nog geen contact hebt gehad, bezoekt uw spreekuur. Hij vertelt u op een amicale manier dat het nu toch tijd is om elkaar persoonlijk te leren kennen. Om dit kracht bij te zetten tutoyeert hij u, noemt u bij de voornaam en vertelt u eigenlijk een collega te zijn, ook al beschikt hij niet over de noodzakelijke papieren. Hij spreekt u aan over de manco's in de medische praktijkvoering in het algemeen en die van uw praktijk in het bijzonder. Vervolgens geeft hij u ongevraagd advies met een verward verhaal over computers.
Bij een observator roept dit als (hypo)manisch te omschrijven gedrag een gevoel van hilariteit op, althans in eerste instantie. Dit gevoel ontstaat enerzijds door de neiging van de patiënt de persoonlijke grenzen van de observator te overschrijden en anderzijds als…
(Geen onderwerp)
Noordwijkerhout, mei 1994,
Met belangstelling heb ik het artikel van Honig en Van Praag gelezen, een goed leesbaar en op de praktijk gericht verslag (1994;894-8).
Erg waardevol vind ik de duidelijke beschrijving van de hypomanie, die nogal eens over het hoofd gezien wordt door de patiënt, diens omgeving en de hulpverleners. Er wordt wel gevraagd naar voorgaande depressies, maar vaak niet naar voorgaande ‘te goede’ perioden, waardoor de diagnose ‘bipolaire stoornis’ niet wordt gesteld.
Graag zou ik een literatuurverwijzing zien bij de grotere kans op overlijden door cardiovasculaire stoornissen. Ik wist niet dat er al voldoende goed onderzoek gedaan was om deze uitspraak te kunnen doen. Bij de opmerking dat lithium een te traag werkende schildklier tot gevolg kan hebben, had ik graag vermeld zien staan dat dit goed behandeld kan worden met levothyroxine en zeker geen reden is de lithium te staken, hetgeen nog te vaak gedacht wordt. Door middel van goede voorlichting en dieetadviezen kan de gewichtstoename tegengegaan worden.
Wat betreft de behandeling kan ik mij volledig vinden in de combinatie van medicamenten (als basis noodzakelijk), psycho-educatie, psychosociale hulpverlening en ondersteunende psychotherapie. Ook de Lithium-plus-werkgroep is deze mening toegedaan. Dit is een groep van circa 120 werkers in de geestelijke gezondheidszorg die betrokken zijn bij de behandeling van patiënten met een bipolaire stoornis. De voornaamste doelstelling is het verbeteren van deze behandeling. Er zijn 4 bijeenkomsten per jaar waar iedere belangstellende welkom is. Er wordt een spreker uitgenodigd en er is ruimte voor het inbrengen van casuïstiek. De werkgroep werkt nauw samen met de Nederlandse Stichting voor Manisch Depressieven. Gezamenlijk zijn onder andere de 10 hoofdregels bij lithiumgebruik opgesteld.
Anders dan de naam misschien zou doen denken, wordt niet alleen over lithium en alternatieven (vandaar het later toegevoegde ‘plus’) gesproken, maar ook bijvoorbeeld over psycho-educatie, bevordering van therapietrouw en andere therapiemogelijkheden, zoals groepstherapie. Mogelijk is de laatste alinea van het artikel, waarin de auteurs stellen dat een brede benadering van de behandeling bij manisch-depressieve syndromen slecht van de grond komt, dus wat al te pessimistisch.
Het adres van de Lithium-plus-werkgroep is APZ Endegeest, Jelgersmapolikliniek, Rhijngeesterstraatweg 13, 2342 AN Oegstgeest.
(Geen onderwerp)
Wij danken mw.Knoppert-van der Klein voor haar nuttige aanvulling op onze synopsis over manie. Haar mening over de schildklierhormoon-suppletie alsook de leefregels ten aanzien van gewichtstoename bij lithiumgebruik onderschrijven wij. De activiteiten van de Lithium-plus-werkgroep verdienen zeker navolging. Dergelijke initiatieven bevorderen het ontstaan van een breder en meer integraal behandelingsaanbod voor elke individuele patiënt en diens omgeving.
De literatuurverwijzingen waren beperkt gebleven tot een elftal sleutelreferenties. In een publikatie van Weeke et al. worden de cardiovasculaire complicaties beschreven.1 Aanvullende literatuur is overigens bij de eerste auteur te verkrijgen.
Weeke A, Juel K, Vaeth M. Cardiovascular death and manic depressive psychosis. J Affective Disorders 1987;13:287-92.