Het begin van heelkundig onderzoek in nederland
Jan Egens van Iterson volgde op 36-jarige leeftijd in 1878 prof. Machiel Polano op als hoogleraar in de heelkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden (figuur). In zijn inaugurele rede in 1879 gaf hij blijk van moderne inzichten in de ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied in de heelkunde:
‘Tevens moet het voor U, voor zover dat nog noodig was, duidelijk geworden zijn dat ik veilig mocht beweren dat niemand in staat is over alle voorkomende geschilpunten een op gronden steunend oordeel uit te spreken. Het recht daartoe wordt niet verkregen door vlijtige studie der uiteenlopende meeningen, door scherpzinnig overleg en logisch denken. Dit een en ander mag niet ontbreken, maar de hoofdzaak is en blijft: onderzoek. Onderzoek met alle hulpmiddelen die de schei-, ontleed- en natuurkunde ons aan de hand geven en deze bij voorkeur aangewend onder de eenvoudige en goed bekende voorwaarden door…
(Geen onderwerp)
Oud-Turnhout, juli 1992,
Met grote belangstelling heb ik het artikel van collega Van de Velde gelezen (1992;1313-5). Wel moest ik een onjuistheid constateren. Op 28 december 1895 verscheen in de Sitzungsberichte der Physikalisch-Medizinischen Gesellschaft te Würzburg een bijdrage van W.C.Röntgen met de titel ‘Ueber eine neue Art von Strahlen’. De klacht van prof.Van Iterson staat in mijn proefschrift Röntgen en Nederland (1966) vermeld op bl. 166; ze is ontleend aan een voordracht van prof.Van Iterson, die in dit tijdschrift is te vinden op bl. 87 uit het jaar 1899. Het citaat is dus niet uit 1893; toen waren immers de röntgenstralen nog niet ontdekt.