Zijn drukkerijen al bezig fraaie kleurenfolders te vervaardigen van medische instituten vol knappe dokters en zusters, van medische kunst- en hulpmiddelen, van geneesmiddelen en van tests waaraan de burgers van de EG in 1992, al dan niet vermeend, behoefte hebben? Stel dat de eenwording van de interne markt niet alleen op papier is gerealiseerd en de vier vrijheden – het vrije verkeer van mensen, goederen, kapitaal en diensten – algemeen worden opgeëist, komt er dan een ongebreidelde migratie op gang van artsen en patiënten? Grijpen de duizenden werkloze Italiaanse artsen dan in 1992 hun kans, en in welk EG-land hebben zij, en andere werkloze collegae, de beste mogelijkheden om zich te vestigen? Welk EG-land is voor wie aantrekkelijk? En welk EG-land of welke groep artsen oefent de grootste aantrekkingskracht uit op dolende patiënten?
Postordergeneeskunde
Het zou toch schrikken worden wanneer substantiële aantallen patiënten hun heil zouden gaan zoeken in land…
Eurothema's. Artsen en patiënten zonder grenzen
Meppel, september 1990,
Anders dan de titel suggereert, komen in het artikel van mw.Spanjer in hoofdzaak punten aan de orde, die betrekking hebben op artsen (1990; 1754-7). De andere helft, namelijk de patiënten en hun status na 1992, blijft onderbelicht. Zo stelt mw.Spanjer dat de Europese traditie inhoudt dat een gelijke toegankelijkheid tot gezondheidszorg gegarandeerd wordt.
Toch is niets minder waar. Zonder hier en nu een waardeoordeel te willen uitspreken over welk systeem van gezondheidsorganisatie beter of slechter is, zal duidelijk moeten zijn dat de Franse en Belgische patiënt, anders dan de Nederlandse, naar om het even welke arts kan stappen en daar zijn of haar probleem voorleggen. Er is vrije keuze van arts, men is er niet ingeschreven in een – zoals in Nederland, door de overheid beperkt – bestand, kortom, men gaat en wacht in de wachtkamer tot men aan de beurt is. Bij ontevredenheid kan arts B en zelfs C geconsulteerd worden, hetgeen prompt door de verzekeringsinstantie zal worden vergoed volgens geldende afspraken.
Wil men de huisarts als tussenpersoon passeren, geen probleem. Wie hoest, gaat naar de longarts, hoge bloeddruk behandelt de cardioloog, met een kind ga je naar de kinderarts, de zwangere wendt zich tot haar vrouwenarts, enz. Bij ontevredenheid kan specialist A en zelfs B, enz.
Wat vroeger smokkelen heette en strafbaar was, gebeurt nu op grote schaal: de grensbewoners tanken daar waar de benzine het goedkoopst is en dragen zo bij aan belastingverschuiving en -ontduiking. Zullen zo na 1992 de patiënten in deze gebieden even gemakkelijk, indien zij liever meteen specialistische zorg willen, grensoverschrijdend worden? Zal de zwangere, die de gynaecoloog verkiest boven huisarts of verloskundige, op grond van bovenvermelde gelijke toegankelijkheid, maar ook omwille van rechtsgelijkheid in de Europese Gemeenschap, dan over de grens dan wel in eigen land naar het ziekenhuis kunnen en ook voor vergoeding van gemaakte kosten in aanmerking komen? Immers, alle ons omringende landen kennen maar één systeem van zwangerenzorg, namelijk het volledig klinisch laten geboren worden van kinderen, onder toezicht van een vrouwenarts, bijgestaan door vroedvrouwen in dienst van het ziekenhuis.
Zal door het openstellen van de grenzen het unieke Nederlandse systeem dreigen weg te vallen? Of krijgen patiënten, zoals het in een moderne maatschappij eigenlijk hoort, de keuze, met daaraan een gediversifieerd prijskaartje? Het tempo waarin alles lijkt te gebeuren, doet vermoeden dat alles wat nu vaststaat, alleen de datum is waarop het moet ingaan. Het hoe is nog één groot Europees vraagteken.
Bovenstaande komt van een ‘vreemd element’ mfet veel respect voor zijn Nederlandse collega's. Ingewijden in het medisch milieu van ons omringende landen zullen minder respect tonen voor artsen dan hun patiënten ze daar toedichten. Dat het werkterrein daar vruchtbaarder – lees lucratiever – is, staat als een paal boven water, en dat alleen verklaart de status.