Dames en Heren,
Het komt regelmatig voor dat mensen met koorts uit de tropen terugkeren. De veronderstelling dat het griep is, wordt pas later gelogenstraft door het vinden van malariaparasieten: een al vaak benadrukte valkuil!1 Andere infectieziekten, vaak gepaard gaande met koorts, komt men meestal wel op het spoor aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek. Dat klinische bevindingen ons echter totaal in de steek kunnen laten en dat een infectieziekte, die bij patiënten die met koorts uit de tropen komen niet zelden voorkomt, ons eveneens voor problemen kan stellen, wordt geïllustreerd aan de hand van de volgende ziektegeschiedenis.
Patiënt A, een 46-jarige man, van beroep exportmanager van een farmaceutisch bedrijf, was van 8 tot 25 februari 1987 op zakenreis door Indonesië, Taiwan, Hongkong en de Filippijnen. Hij reisde sinds 1984 regelmatig naar Zuidoost-Azië en was in deze periode en ook daarvoor nooit ziek geweest. Op 17 februari…
(Geen onderwerp)
's-Gravenhage, november 1988,
De klinische les van Ewals en De Geus roept de herinnering op aan een waarneming van mijn leermeester prof.dr.G.G.J.Rademaker (1887-1957), die ik niet kan nalaten als kanttekening bij deze les te laten volgen (1988;2089-92).
Tijdens zijn verblijf als algemeen arts in het toenmalige Nederlands-Indië in de twintiger jaren was prof.Rademaker ontboden bij een welgestelde patiënt van Chinese afkomst, wiens woning bekend stond als het hoge huis. Het was een huis met verdiepingen dat de eigenaar had laten bouwen rondom een door hem in Amerika gekochte lift! Het onderzoek bij de patiënt wees uit dat er sprake was van amoebiasis met leverabcessen. Rademaker deelde de patiënt mede dat er geen afdoende middelen tegen deze ziekte bestonden en dat deze vroeg of laat zou leiden tot doorbraak van de abcessen, of in de buikholte, of in de longen en dat in het laatste geval de patiënt het benauwd zou krijgen en vuil materiaal zou ophoesten. Of het nu zo was dat de patiënt een spontane verbetering, zoals beschreven door Ewals en De Geus, ervoer, dan wel dat hij andere consulenten om hulp vroeg is niet bekend, in ieder geval duurde het geruime tijd voor Rademaker opnieuw werd geroepen. Tijdens een druk spreekuur in Soerabaja, zag hij een bediende binnenkomen die zei dat hij onmiddellijk moest komen omdat zijn meester erg ziek was. De auto stond voor en hij moest mee. Onderweg achteruit kijkend, zag hij dat hij gevolgd werd door een wagen met een lijkkist. Hieruit opmakend dat zijn patiënt al overleden was vroeg hij, verstoord daarvoor zijn spreekuur te hebben moeten verlaten, of dit zo was. Nee, was het antwoord, maar hij was zo ziek dat de dood wel spoedig zou volgen. Bij de patiënt gekomen, bleek dat de voorspelling juist was geweest; het abces was geperforeerd naar de longen en alle gebrek aan therapeutische raad bij het eerdere bezoek was nu goed gemaakt door de voortreffelijke prognostische gaven. Het was om die reden dat hij was ontboden. Voor zijn vertrek uit de spreekkamer had hij echter nog net tijd gehad om een zojuist uit Europa ontvangen pakje met nieuwe tabletten mee te nemen en hij was nu in staat om de patiënt wel een geneesmiddel te verstrekken. Het pakje bevatte Emetinetabletten en de patiënt genas.
Het slot van het verhaal was dat deze patiënt vele anderen naar het spreekuur verwees, waar Rademaker zich, om de toeloop te remmen, genoodzaakt zag gebruik te maken van het Oudindische middel: verdubbeling van de honoraria.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, december 1988,
De mededeling van collega Endtz bevestigt de klinische ervaring dat een amoebenabces van de lever na perforatie naar de long spontaan kan genezen. Emetine wordt niet per os toegediend, omdat de sterk prikkelende werking op slijmvliezen bij orale toediening misselijkheid en braken veroorzaakt. Mogelijk bevatten de ‘Emetine-tabletten’ een ander geneesmiddel en was de genezing hiervan niet afhankelijk.