Zorgwekkend aniossen-tekort in ziekenhuizen

Vuurtoren met woeste zee
Rosie Sikkel
Lorette Harbers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:C5412

Uit een peiling van het NTvG blijkt dat ziekenhuizen verspreid over het land kampen met een ernstig tekort aan arts-assistenten. Wat zijn de oorzaken en de gevolgen van dit tekort? En hoe lang kunnen de ‘achterblijvers’ de gaten in de roosters nog vullen?

‘Ik moest constant op twee plekken tegelijk zijn en had het gevoel alles te moeten afraffelen. Ik was totaal overwerkt. Het was voor mijn patiënten niet veilig.’ Een anios neurologie schetst hoe het was om op een afdeling te werken met te weinig arts-assistenten. Omdat hij graag in opleiding tot neuroloog wilde komen, hield hij vol. ‘Maar ondertussen viel de ene na de andere collega uit en kwam er steeds meer werk op mijn schouders terecht.’

Generaties lang staan jonge artsen in de rij om in de ziekenhuizen te werken. Maar de afgelopen jaren lijkt hierin een kentering te ontstaan. Vacatures blijven langdurig onvervuld en de assistentenkamers worden leger en leger. Waar het artsenvak vroeger een roeping was waar je alles voor op wilde geven, klinkt er nu vanuit jonge basisartsen een steeds luidere roep voor een verbeterde werk-privébalans. ‘Uiteindelijk is ook arts-zijn gewoon je beroep en is er meer…

Auteursinformatie

L. Harbers, MSc en R. Sikkel, MSc, nieuwsredacteuren, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.

Contact L. Harbers (l.harbers@ntvg.nl)

Verantwoording

Wij willen alle geïnterviewde personen bedanken voor hun openhartigheid.

‘Je bent meer dan alleen dokter’
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Journalistiek
Dit artikel wordt besproken in#16 Een tekort aan basisartsen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Medisch specialisten en hun arts-assistenten (aniossen en aiossen) uitten (invoelbaar) hun zorgen over bezettingsproblemen bij de zorg voor patiënten opgenomen in de Nederlandse ziekenhuizen. Het artikel laat zien dat de rek er bij de arts-assistenten bijna uit is. Als noodoplossing in het Diakonessenhuis in Utrecht doen de vakgroep-neurologen ‘de voorwacht’ zelf. Als huisarts blijf ik het merkwaardig vinden dat medisch specialisten dit niet zelf veel meer of standaard doen. Het meedraaien bij de reguliere ziekenhuiszorg van hun patiënten is, zo heb ik als huisarts ook gemerkt, veranderd in de afgelopen 40 jaar.

Er zijn in Nederland ca. 27.000 medisch specialisten die de zorg hebben voor ca. 40.000 ziekenhuisbedden. Hoe kan het toch dat het onmogelijk lijkt deze zorg op een verantwoorde manier te regelen zonder dat dit ten koste gaat van de werkbelasting voor de vele a(n)iossen die de medisch specialisten bijstaan? Ik begrijp dat de werkbelasting grotendeels bepaald wordt door de diensten en spoedzorg. 

Ik heb begrepen dat huisartsen en specialisten ouderenzorg de enige twee disciplines zijn in Nederland die voor het behoud van hun registratie verplicht worden een minimaal aantal diensten te doen. Zou veel ziekenhuiswerkbelasting voor arts-assistenten niet aanvaardbaar worden als zelf dienst doen (‘voorwacht zijn’) een eis wordt voor de accreditatie van medisch specialisten? Een ander voordeel hiervan zou zijn dat het ook ten goede komt aan hun achterwachtkwaliteiten, nuttig voor hen die als onderdeel van hun opleiding wél dienst moeten doen.

 

Hein Janssens, huisarts n.p.

Ik ben bijna 10 jaar werkzaam binnen de ouderengeneeskunde; mijn persoonlijke ervaring is dat jonge dokters in opleiding wie ik heb samengewerkt vaak aangaven dat het ziekenhuis niet passend is.

In de afgelopen jaren heb ik een verschuiving gezien in de voorkeuren van geneeskunde studenten als het gaat om hun toekomstige carrières. Steeds minder studenten kiezen ervoor om te werken in ziekenhuizen, en deze trend kan worden verklaard door verschillende belangrijke factoren die een rol spelen in de besluitvorming van deze jonge medische professionals.

Een van de cruciale aspecten die invloed heeft op de keuze van geneeskunde studenten is de werkdruk in ziekenhuizen. Werken in een ziekenhuisomgeving kan veeleisend zijn, met lange werktijden, nachtdiensten en diensten tijdens feestdagen. Dit kan leiden tot oververmoeidheid en burn-out, wat de algehele werk- en privébalans negatief beïnvloedt. Studenten willen vaak een carrière waarin ze voldoende tijd hebben voor ontspanning, familie en hobby's, en de hoge werkdruk in ziekenhuizen kan deze balans verstoren.

Een ander aspect dat van invloed is op de keuze van studenten is de hiërarchie binnen ziekenhuizen. Traditioneel is er een duidelijke hiërarchische structuur waarbij jongere artsen en studenten vaak ondergeschikt zijn aan senior artsen en specialisten. Deze hiërarchie kan een belemmering vormen voor de autonomie en creatieve vrijheid die veel geneeskunde studenten zoeken. Ze willen graag hun eigen ideeën en benaderingen inbrengen, en voelen zich soms beperkt door de rigide structuur en beperkte ruimte die oude garde hen geeft.

In tegenstelling tot de ziekenhuisomgeving biedt de ouderengeneeskunde vaak meer ruimte voor flexibiliteit en autonomie. Hier kunnen artsen nauw samenwerken met patiënten en hun families, en een persoonlijke en holistische benadering van zorg bieden. Deze persoonlijke betrokkenheid en de mogelijkheid om het leven van ouderen te verbeteren, kunnen zeer aantrekkelijk zijn voor geneeskunde studenten die op zoek zijn naar een meer betekenisvolle en vervullende carrière.

Bovendien kunnen geneeskunde studenten in de ouderengeneeskunde vaak genieten van een betere werk- en privébalans. Het werken met oudere patiënten biedt vaak meer regelmatige werkuren en minder onvoorspelbare diensten, waardoor er meer tijd overblijft voor persoonlijke activiteiten en ontspanning. Dit draagt bij aan een gezondere levensstijl en een betere algehele kwaliteit van leven voor deze jonge professionals.

Chiel Greuter, verpleegkundig specialist AGZ

Met belangsteling las ik het artikel over de landelijke bezettingsproblemen ANIOSSEN. In ons adherente ziekenhuis in Delft zijn deze problemen er ook en het kan ertoe leiden dat de toegankelijkheid voor de specialistische zorg verder vermindert door oplopende wachttijden voor de poli's. 

Er worden diverse oorzaken en (nood) oplossingen genoemd. Eén oorzaak en oplossing wordt niet verder uitgewerkt. Het lijkt erop dat de basisartsen ook niet massaal extramuraal gaan werken, maar wel meer wetenschappelijk onderzoek gaan doen. Dit kan immers de kans op een opleidingsplek sterk vergroten.

Voilà de oplossing: Stop met het selectiecriterium dr. en geef een goed functionerende ANIOS de mogelijkheid door te stromen naar een AIOS plek. Promoveren is nuttig voor het aanscherpen van de geest, maar nooit is bewezen dat gepromoveerde dokters betere specialisten worden. De impasse waar we nu in zitten vraagt in elk geval op dit moment om andere selectiecriteria voor de specialistische opleiding. Je zult zien dat de belangstelling voor ANIOS plekken weer als vanouds wordt wanneer deze werkervaring je bij goed functioneren een garantie geeft voor een opleidingsplaats.    

Arina Klokke, huisarts

Het artikel van Rosie Sikkel en Lorette Harbers stemt tot nadenken. Hoe maken we de zorg een interessante werkplek voor nieuwe generaties?  De zorg raakt in het slop. Er is dringend behoefte aan een zorgtransitie. Betere organisatie, handige digitalisering, vooral ook anders met elkaar werken. In hun artikel laten de auteurs  zien hoe er tegen onze (toekomstige) collega`s wordt aangekeken. Je  voelt  als het ware tussen de regels door een zorgwekkende praatcultuur binnen de ziekenhuismuren. Datgene wat de aniossen ongetwijfeld ook opvangen als ze naast de koffieautomaat staan. Je rekent erop als  jong en ambitieus te worden waargenomen in plaats van ‘blond meisje met paardenstaart dat gemakkelijk uitvalt’. Wie wil in deze omgeving werken? Er lijkt een discrepantie tussen een gezonde werkomgeving zoals gewenst door (oa)arts- assistenten in de maatschappij anno 2023 en de realiteit op de werkvloer. Een aantrekkelijke werkgever zijn heeft gedeeltelijk te maken met allerlei secundaire arbeidsvoorwaarden en  vooral met de manier waarop mensen met elkaar omgaan.

Als oplossing voor het dreigend  tekort aan assistenten  geven medisch specialisten aan dat de Federatie Medisch Specialisten aan zet is. Net zoals het gezegde ‘echte schoonheid komt van binnenuit’ geldt voor mensen, geldt dat ook voor een organisatiecultuur. Zolang we zelf als medisch specialist geen kans zien bovengenoemde sfeer te veranderen van binnenuit  onze ziekenhuizen zal het een illusie zijn dat we een aantrekkelijke werkomgeving worden voor onze jonge ambitieuze collega`s.

 

Carlijn Kraakman , kinderarts

Giliam Kuijpers, kinderarts n.p.

Fedde Scheele, gynaecoloog.

Carlijn Kraakman , kinderarts
Giliam Kuijpers, kinderarts n.p.
Fedde Scheele, gynaecoloog.