Samenvatting
E-health is bedoeld om de gezondheid van burgers en de gezondheidszorg in het algemeen te ondersteunen of te verbeteren met behulp van internettechnologie. Bij de meeste e-health-toepassingen spelen het medisch beroepsgeheim en de bescherming van persoonsgegevens een belangrijke rol. In 2014 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat voorwaarden stelt aan het elektronisch beschikbaar stellen van patiëntgegevens. Bij gebruik van sociale media doen zorgprofessionals er verstandig aan de richtlijnen van de beroepsgroep in acht te nemen. Voor medische apps die onder de Europese Richtlijn Medische Hulpmiddelen vallen is een Europees keurmerk verplicht, maar dat neemt de twijfels over de betrouwbaarheid van medische apps niet weg.
E-health voor e-sickness?
E-health kent naast vele juridische angels en valkuilen ook geneeskundige tekortkomingen, en wel in enige bewijsbare effectiviteit. Tenminste als niet geleidelijk erkend wordt, dat we vanaf binnenkomst tv, afwasmachine etc. tot en met in deze tijd een bijna totaal e-life ons (zelfgekozen) lot is geworden, de enorme symptomatologie die de e-sickness ons oplevert zeker niet door e-health ook maar enigszins zal afnemen. Misschien moeten we echt weer terug naar goed luisteren, in de ogen kijken, goed lichamelijk onderzoek en onze weer teruggevonden kennis uit de basisvakken inzetten om zelfs ook preventief weer te kunnen adviseren? Weghouden bij gifstoffen werkt preventief, wegblijven bij fijnstof ook. Wat zou weghouden van intensief digitaal en zittend leven ons qua preventie kunnen bieden?
Het is het kind wat het meest blootgesteld wordt aan e-sickness ( door zitten en hypokinesie afgeremde en soms onmogelijk geworden ontwikkeling naar gezondheid) en daar geen e-health bij kan gebruiken om weer iets steviger en gezonder aan de volwassenheid te beginnen. Een keurmerk opstellen voor een e-health app lijkt zo onbegonnen werk. Kijkt IGJ ook naar die aspecten?