Zo eenvoudig mogelijk, maar niet eenvoudiger

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:B1222

artikel

Ik had onlangs het genoegen het instituut van Gerd Gigerenzer in Berlijn te mogen bezoeken. De boodschap van deze Duitse psycholoog is dat burgers in onze complexe maatschappij onvoldoende worden getraind om verstandige afwegingen te kunnen maken. In zijn leesbare boeken gaat het vaak over de geneeskunde, omdat het probleem hier bijzonder acuut en schrijnend is.

Het probleem wordt duidelijk als Roger Damoiseaux zich waagt aan de vraag waarom er nog steeds zo veel antibiotica worden voorgeschreven bij keelpijn (A9419). Dokters zijn bang voor missers en patiënten hechten te veel waarde aan antibiotica. Samen met belangenverstrengeling noemt Gigerenzer dit het SIC-syndroom van de geneeskunde (SIC staat voor ‘Self-defence, innumeracy, conflicts of interest’). Vaak wordt dan gesuggereerd dat we meer gegevens nodig hebben, zodat we met ingewikkelde modellen kunnen voorspellen wie antibiotica nodig heeft. Omdat dit alleen werkt in een stabiele omgeving met een klein aantal relevante factoren en heel erg veel gegevens, pleit Gigerenzer juist voor eenvoudige oplossingen, die eventueel ook via onbewuste processen tot stand kunnen komen. Dit illustreert een ander stuk over de keel waarin de auteurs het ‘niet-pluisgevoel’ van de huisarts benadrukken (A9061). In Gigerenzers boek Gut Feelings wordt het belang van dit fenomeen stevig onderbouwd. De patiënt in deze casus heeft er in ieder geval zijn leven aan te danken.

Onze schoolartsen zien wel heil in het verzamelen van grote hoeveelheden gegevens. Daarom moeten 16-jarigen tegenwoordig ook naar de schooldokter (A8530). De conclusie is dat jongeren op deze leeftijd experimenteren met ongezond gedrag. Geen enkele ouder slaat hiervan steil achterover. Het gevaar zit hem echter in de suggestie dat risicogestuurde interventies nu mogelijk zijn. School A heeft bijvoorbeeld veel dikke pubers, dus deze school krijgt een gezonde kantine. School B heeft veel ‘blowkikkers’ en krijgt een collectieve anti-blowinterventie. Ten eerste kun je dit niet concluderen uit de gegevens en daarnaast schrijven de auteurs zelf dat er gewoonweg weinig effectieve interventies zijn. Overigens vind ik dat élke puber recht heeft op een gezonde schoolomgeving en op risico-educatie, idealiter volgens de ideeën van Gigerenzer.

Er is ook vooruitgang. Een jaar geleden publiceerden wij in het NTvG een kritisch commentaar naar aanleiding van het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over de verspreiding van resistente micro-organismen in Nederland (A7395). Er waren heel veel procesindicatoren geregistreerd en daaruit werd klakkeloos geconcludeerd dat het niet in orde was, terwijl Nederlandse ziekenhuizen het op uitkomstenindicatoren juist uitstekend deden. Naar aanleiding van dit commentaar zijn mensen van inspectie en infectie met elkaar rond de tafel gegaan om het systeem te vereenvoudigen. In dit nummer worden 3 eenvoudige, intuïtieve en relevante uitkomstindicatoren voor de kwaliteit van infectiepreventie gepresenteerd (A8588). Dit is het soort discussie waarin wij met het NTvG graag een rol spelen.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties