Samenvatting
In Nederland worden leptospirosen bij de mens voornamelijk veroorzaakt door de serotypen icterohaemorrhagiae en copenhageni, die beide tot de Icterohaemorrhagiae-groep behoren en afkomstig zijn uit de rat, door serotype hardjo in de serogroep Sejroe uit het rund en door serotype grippotyphosa uit de Grippotyphosa-groep uit de veldmuis. In de periode 1981-1987 kwamen 175 patiënten met leptospirose voor, van wie er 17 de infectie buiten Nederland hebben opgelopen. Icterohaemorrhagiae-infecties werden vooral in Zuid-Holland en hardjo-infecties in Friesland gemeld. Het aantal hardjo-infecties nam toe. Hardjo vormt ook een probleem bij het rund.
De icterohaemorrhagiae-infecties kwamen vooral tot stand door contact met besmet zoet oppervlaktewater tijdens waterrecreatie, bij uitoefening van het beroep of als gevolg van ongevallen. De hardjo-infecties waren kenmerkend voor personen met een beroep in de veehouderij. De leptospirosen deden zich vooral voor in de nazomer en in de herfst.
Reacties