Zelfmanagementapp verbetert uitkomsten diabetes

Een app met persoonlijke klinische, gedrags- en psychologische gegevens helpt mensen met diabetes hun bloedsuikers onder controle te houden. Ook verbetert mogelijk het zelfmanagement van mensen die de app gebruiken. Dat concludeert een Nederlands-Spaanse RCT (Diabetologia; online 29 september).

De onderzoekers ontwierpen een systeem (Power2DM) dat bestaat uit een mobiele app en een persoonlijk dashboard waartoe ook zorgverleners toegang hebben. In het systeem kunnen gebruikers onder andere koolhydraatinname en lichaamsbeweging invoeren. Dat zou gezamenlijke besluitvorming makkelijker moeten maken.

De onderzoekers randomiseerden 115 mensen met DM1 of DM2 naar gebruikelijke zorg en 111 naar gebruik van het Power2DM-systeem (gemiddelde leeftijd 51,3 jaar; 36,3% vrouw). De mensen in deze laatste groep kregen bovendien een Fitbit en een glucosemeter die informatie doorgaven aan de app. De primaire uitkomst was het verschil in verandering van HbA1c tussen de groepen. Secundaire uitkomsten waren onder meer kwaliteit van leven, zelfmanagement, glykemisch profiel en mate van bewustzijn van hypoglycemie (3,0-3,9 mmol/l). Klinische informatie, lab, antropometrie en vragenlijstgegevens werden verzameld bij aanvang en na 11, 22 en 37 weken. Na 4, 15 en 26 weken stelden zorgverleners en deelnemers gezamenlijk doelen. De onderzoekers analyseerden de gegevens van mensen met DM1 en DM2 gezamenlijk en apart.

In de interventiegroep was de HbA1c-waarde na 37 weken afgenomen van 60,6 mmol/mol (standaarddeviatie (SD): 14,7) naar 56,7 mmol/mol (SD: 12,1), terwijl er in de groep met gebruikelijke zorg geen afname zichtbaar was (gemiddeld verschil: 2,6 mmol/mol). De afname was er alleen bij mensen met DM2. Er was een afname in bloedglucoseniveaus boven de 10 mmol/l en een toename in niveaus van 3,0-3,9 mmol/l, maar de ‘time in range’ (3,9-10,0 mmol/l) veranderde niet. Er was geen verandering in het aantal klinisch relevante hypoglykemieën.

Scores op kwaliteit van leven verbeterden enigszins bij mensen met DM1 in de interventiegroep. Zelfmanagement verbeterde in beide groepen, en dan vooral bij de mensen met DM2 in de interventiegroep. Deelnemers waren positief over het systeem, maar maakten er gedurende de follow-up wel steeds minder gebruik van. Mensen met DM2 gebruikten het systeem minder dan mensen met DM1.

De onderzoekers erkennen dat het door de combinatie van elementen (app, metingen, polibezoeken) niet te achterhalen is welk element het meest effectief is, maar ze zien juist die combinatie als een weerspiegeling van de praktijk. Ook geven ze aan dat mensen met diabetes wel voldoende digitaal vaardig moeten zijn om het systeem te kunnen gebruiken.