Dames en Heren,
Zelfbeschadiging (automutilatie) komt vaak voor onder kinderen en adolescenten. In de DSM-5 wordt zelfbeschadiging een ‘niet-suïcidale zelfbeschadigingsstoornis’ genoemd en wordt ze gedefinieerd als ‘zelfbeschadiging van lichaamsweefsel, zoals snijden, krassen, branden of bijten, zonder suïcidale intentie’. Andere bronnen hanteren ruimere definities, waarin zelfbeschadiging al het zelfbeschadigende gedrag omvat, onafhankelijk van motivatie. In de praktijk zijn zelfbeschadiging met en zonder suïcidale intentie echter moeilijk van elkaar te onderscheiden.
In de Medisch Psychiatrische Unit voor Kind en Jeugd (MPU-K&J) van het AMC zien wij regelmatig patiënten die zelfbeschadigend gedrag vertonen. In dit artikel beschrijven wij een aangrijpende casus van een meisje met uitgebreide psychische problemen. Ook gaan wij uitgebreid in op de incidentie van zelfbeschadiging onder kinderen en adolescenten aan de hand van een artikel dat in 2017 in The British Medical Journal verscheen, en beschrijven wij de recentste inzichten op het gebied van preventie en behandeling.
Patiënte, een 14-jarig meisje, wordt door een kinderarts uit een ziekenhuis elders aangemeld bij de MPU-K&J voor langdurige dwangvoeding vanwege ernstige ondervoeding door een eetstoornis. Patiënte woonde tot en met de leeftijd van 4 jaar bij haar biologische ouders en grootouders, door wie zij werd mishandeld. Sindsdien woont zij in een pleeggezin. Haar pleegouders zijn zeer betrokken en belangrijk voor patiënte.
Patiënte is bekend met de volgende diagnoses: ‘reactieve hechtingsstoornis’, ‘chronische posttraumatische…
Reacties