Het gaat niet goed met de economie en daardoor valt een stijging van de suïcidecijfers te verwachten. Welke preventiemaatregelen hebben we tot onze beschikking? En wat kan de overheid doen?
Samenvatting
Suïcidecijfers lijken te worden beïnvloed door de economie. In Nederland zagen we de laatste 10 jaar vooral fluctuatie bij mannen. De COVID-19-pandemie zal waarschijnlijk een negatieve impact hebben op deze fluctuatie. Er zijn nog geen betrouwbare voorspellers voor suïcidaliteit, maar er zijn ontwikkelingen die tot betere voorspelling kunnen leiden. Voorbeelden daarvan zijn de inzet van ‘big data’ en ‘machine learning’, in combinatie met een netwerkbenadering waarin psychopathologie als een complex dynamisch systeem wordt gezien. Beter differentiëren van suïcidaliteit kan de klinische praktijk helpen om behandeling en preventie op maat aan te bieden.
Suïcidaliteit is een multifactorieel, complex fenomeen dat zich ook buiten de ggz uitstrekt. De laatste jaren zijn verschillende preventiestrategieën en onderzoekslijnen gestart die zich richten op deze complexiteit, waardoor suïcidaliteit nu beter te behandelen en te begrijpen is. Stichting 113 zelfmoordpreventie heeft hierin een belangrijke bindende en aanjagende functie.
figuur
De figuur begrijp ik niet. Logisch lijkt mij dat de bovenste curve de som is van mannen en vrouwen. Maar ook dan klopt het niet. Ik stel daarom prijs op uitleg.
Reinier Hulst, (gepensioneerd) verzekeringsarts Bezwaar en Beroep UWV
reactie auteur
Beste collega Hulst,
Het gaat om het aantal suïcides per 100.000 mensen. Niet om totalen!
Als er 20 mannen per 100.000 mannen zich suïcideren en de algemene fractie mannen is 50% in de bevolking en het aantal vrouwen wat zich heeft gesuïcideerd is 10 per 100.000 vrouwen en de fractie vrouwen in de algemene bevolking is dan uiteraard ook 50% (even ter verduidelijking want er wordt uiteraard altijd precies voor verrekend bijvoorbeeld bij 49.5% man en 50.5% vrouw binnen de bevolking maar dat maakt de uitleg nu complexer en geeft geen beantwoording op de vraag).
Voor de figuur is dan het punt 20 op de bovenste blauwe lijn voor de mannen en voor vrouwen het onderste punt op de lijn 10 en voor de middenlijn het totaal mannen en vrouwen is het dan 15. (Immers vrouwen en mannen bij elkaar opgeteld zijn dan 30 per 200.000 = 15 per 100.000).
Ik hoop dat het nu duidelijk is?
Met vriendelijke groet,
Remco de Winter