Bij de behandeling van zedendelinquenten roept niets zulke onprettige beelden op als chirurgische castratie, waarbij beide testes worden verwijderd. Deze operatieve ingreep doet primitief of zelfs ‘barbaars’ aan in vergelijking met moderne chemische therapieën. Toch kent Nederland een lange en vrij recente periode waarin deze ingreep regelmatig werd toegepast.
Samenvatting
Vanaf de jaren 20 van de vorige eeuw werd chirurgische castratie in Nederland steeds meer geaccepteerd als ‘behandeling’ voor zedendelinquenten. Hoewel deze therapie doorgaans werd gezien als laatste ‘redmiddel’ (ultimum remedium), liep het aantal castraties in de daaropvolgende decennia toch in de honderden. Gegeven de toepassing bij zedendelinquenten was castratie een ingreep die plaatsvond binnen een spanningsveld van medische én maatschappelijke overtuigingen. Zo werd ze geregeld toegepast bij homoseksuele ontuchtplegers die binnen het kader van terbeschikkingstelling van de regering waren opgesloten. Door verschuivende maatschappelijke en medische opvattingen kwam er eind van de jaren 60 een einde aan de castratiepraktijk.
Reacties