Voor veel mensen is het krijgen van kinderen een groot goed. Dat geldt ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Maar wat als artsen grote twijfels hebben over de zogenaamde ouderschapscompetenties van één of beide wensouders? Is dat reden om een zwangerschap te ontmoedigen of de betrokkenen een vruchtbaarheidsbehandeling te weigeren? Of loopt u als arts dan het risico met allerlei procedures te maken te krijgen? In dit artikel geef ik op deze vragen een juridische commentaar.
Om maar direct met de conclusie te beginnen: mensen hebben géén recht op een kind. Dat geldt niet alleen voor mensen met een verstandelijke beperking, maar voor iedereen. Juridisch gezien hebben slechts kinderen rechten. Dit betekent niet dat ouders of wensouders rechteloos zijn. Zij hebben diverse rechten die verband houden met het kiezen voor kinderen, de opvoeding en het verzorgen van kinderen. Mocht de wijze waarop ouders gebruikmaken van hun rechten evenwel botsen met de rechten van kinderen, dan staat het belang van het kind altijd voorop. Vanwege dit belang kan bijvoorbeeld de rechter besluiten ouders tijdelijk het gezag te ontnemen als zij weigeren toestemming te geven voor een medisch noodzakelijke bloedtransfusie. Het kind kan de bloedtransfusie dan alsnog krijgen, omdat een persoon belast met de voorlopige voogdij die toestemming alsnog geeft. Zo wordt – is dan de redenering – recht gedaan aan het belang van het kind.
Het uitgangspunt…
Reacties