Inleiding
De met een ‘dipstick’ aantoonbare proteïnurie (eiwituitscheiding meer dan 500 mg per 24 uur) is het eerste verschijnsel van diabetische nefropathie. Hoewel deze proteïnurie van patiënt tot patiënt in ernst kan variëren, zal de nierfunctie hierna progressief achteruitgaan en na 7-10 jaar tot terminale nierinsufficiëntie leiden. De prognose van diabetespatiënten met proteïnurie is uiterst somber: de sterfte is een factor 80 en 110 maal zo groot (mannen resp. vrouwen) als de verwachte sterfte bij de doorsneebevolking. De sterfte bij patiënten met diabetes mellitus zonder proteïnurie is duidelijk lager, maar toch nog twee- tot viermaal zo groot als verwacht.1 Zowel uremie als excessieve toename van atherosclerose, met de daaraan inherente gevolgen voor hart en bloedvaten, is verantwoordelijk voor deze slechte prognose.
Bij vrijwel iedere patiënt met een insuline-afhankelijke diabetes mellitus kunnen binnen enkele jaren na het ontstaan van de ziekte de histologische kenmerken van een diabetische glomerulosclerose worden aangetoond…
Reacties