Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in de follow-upresultaten op korte en lange termijn na vaginale enteroceleplastiek.
Opzet
Retrospectief statusonderzoek; enquêteonderzoek en poliklinisch follow-uponderzoek.
Methoden
In het Ikazia Ziekenhuis en het Havenziekenhuis, afdeling Gynaecologie, te Rotterdam werden in de periode 1989-1998 66 patiënten geopereerd met een vaginale enteroceleplastiek. Follow-upgegevens werden verkregen door middel van statusonderzoek, een schriftelijke enquête en recent gynaecologisch naonderzoek.
Resultaten
De respons op de enquête was 49/66 (74); van de 17 non-respondenten waren er 6 overleden. Van de 29 patiënten die langer dan 1 jaar terug het laatste poliklinische onderzoek hadden ondergaan, stemden 25 in met een poliklinisch naonderzoek. De mediane follow-upduur tot de enquête dan wel het poliklinisch naonderzoek was 3 jaar en 7 maanden (uitersten: 1 maand-9 jaar en 7 maanden). Een recidiefenterocele was bij 4 patiënten geconstateerd; 3 van hen werden opnieuw geopereerd. Een ernstige complicatie op korte termijn betrof een rectovaginale fistel met een tijdelijke anus praeternaturalis. Een duidelijke samenhang van mictie- en defecatiestoornissen met de ingreep werd niet gevonden. Daarentegen traden coïtusproblemen bij 19 van de patiënten voor het eerst na de operatie op.
Conclusie
De vaginale enteroceleplastiek kende gunstige resultaten, met een laag recidiefpercentage van 6 in een complexe patiëntengroep.
Reacties