De scheidslijn tussen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en de dagelijkse klinische praktijk is soms erg dun. Hoe beoordelen artsen bestaande tuchtrechtzaken, en kunnen ze dat beter dan niet-artsen? Drie inzichten uit een enquête door het NTvG.
In het najaar van 2021 heeft het NTvG aan bezoekers van de website en de socialemediakanalen vier casussen voorgelegd. Het betrof zaken die de afgelopen jaren bij het tuchtcollege terecht waren gekomen. De vraag aan onze lezers was: wat had u beslist? Was de klacht gegrond of ongegrond?
De casussen zijn als kadertekst bij dit artikel te vinden. Kort gezegd ging het om de volgende kwesties:
Mocht een huisarts zonder toestemming van de patiënt contact opnemen met de gynaecoloog (casus 1)?
Had de huisarts een patiënt met een niet-verbeterende koortslip eerder moeten doorverwijzen (casus 2)?
Mocht een huisarts kinderen van gescheiden ouders uitschrijven zonder toestemming van de vader (casus 3)?
En schond een huisarts zijn beroepsgeheim door de naam te noemen van een melder van mogelijke kindermishandeling (casus 4)?
In totaal vulden 1242 respondenten de enquête in, onder wie 563 artsen en 417 niet-artsen. Van de artsen was het overgrote…
Reacties