Samenvatting
Doel
Onderzoeken in hoeverre ziekenhuiskeuzes voor borstkankerzorg worden beïnvloed door de reistijd, de zorghistorie van de patiënt en het verwijspatroon van de huisarts.
Opzet
Kwantitatief onderzoek.
Methode
Uit de zorgdeclaratiegegevens van 2015 selecteerden wij initiële dbc-zorgproducten in de patiëntgroep ‘Nieuwvormingen borst’ met een huisarts of huisartsenpraktijk als verwijzer. Wij gebruikten ‘conditional logit’-keuzemodellen met 82 ziekenhuizen in de keuzeset om te onderzoeken of de reistijd naar het ziekenhuis, de eigen zorghistorie van de patiënt in de afgelopen 2 jaar en het verwijspatroon van de huisartsen gerelateerd waren aan de ziekenhuiskeuzes. Ook gingen we na hoe vaak patiënten kozen voor een ‘standaardziekenhuis’.
Resultaten
Wij selecteerden 74.227 borstkankerzorgproducten die de ziekenhuiskeuzes vertegenwoordigden van 70.608 unieke patiënten (96% vrouw; gemiddelde leeftijd: 52,7 jaar) uit 4840 verschillende huisartsenpraktijken. Reistijd, eigen zorghistorie en verwijspatroon van de huisarts waren elk statistisch significant gerelateerd aan de ziekenhuiskeuze. Patiënten gingen vaker naar een ziekenhuis waar zij eerder waren geweest, dat dichtbijgelegen was of waar relatief veel patiënten uit hun huisartsenpraktijk naartoe waren gegaan. Het verwijspatroon van de huisarts droeg het meeste bij aan de verklaring van de ziekenhuiskeuze, gevolgd door de zorghistorie van de patiënt en de reistijd. 12% van de patiënten zónder zorghistorie en 7% van de patiënten mét een zorghistorie koos niet voor een standaardziekenhuis; relatief vaak viel de keuze dan op een umc of een gespecialiseerd ziekenhuis.
Conclusie
Naast de reistijd spelen de zorghistorie van de patiënt en het verwijspatroon van de huisarts een duidelijke rol in de ziekenhuiskeuze van patiënten met borstkanker. Een niet te verwaarlozen groep kiest echter voor een ziekenhuis dat niet voor de hand ligt op basis van reistijd, eigen zorghistorie en verwijspatroon van de huisarts.
Reacties