Dames en Heren,
In 1974 werd voor het eerst de mogelijke samenhang tussen orale en genitale erosieve lichen planus gemeld.1 In 1982 werd voor het eerst de term ‘vulvovaginaal-gingivaal syndroom’ gebruikt voor een aandoening bestaande uit vulvodynie, dyspareunie, fluor vaginalis en afwijkingen van het mondslijmvlies.2 De mogelijke samenhang tussen orale en genitale afwijkingen en klachten kan de alerte medicus helpen sneller een juiste diagnose te stellen. De soms ernstige klachten en het feit dat niet alleen bij de orale,3 maar ook bij de vulvaire vorm van erosieve lichen planus maligne ontaarding is beschreven,4-6 rechtvaardigen meer aandacht voor dit ziektebeeld. In deze les demonstreren wij u een aantal patiënten met een genitale erosieve lichen planus.
Patiënt A, een 46-jarige para II, werd door de huisarts naar de vulvapolikliniek verwezen. Drie jaar eerder waren pruritus vulvae, vulvodynie en dyspareunie ontstaan. Na 2 jaar was coïtus geheel onmogelijk geworden…
Reacties