Samenvatting
Doel
Beschrijven van de epidemiologie van meningokokkenziekte na de introductie van serogroep C-vaccinatie en bestuderen van ziektekenmerken in relatie tot uitkomst om inzicht te verkrijgen in factoren die bijdragen aan vroege herkenning en tijdige start van therapie.
Opzet
Descriptief.
Methoden
Wettelijke meldingen werden gecombineerd met microbiologische bevindingen en aangevuld met klinische gegevens over het ziektebeloop.
Resultaten
In de periode januari 2003-april 2005 werden 752 patiënten met meningokokkenziekte gemeld. Van de patiënten had 88% een serogroep B-infectie, 8% had een serogroep C-infectie. Serogroep C-infecties kwamen alleen voor bij ongevaccineerden. Bij opname had 60% van de patiënten purpura. De sterfte was 6,7%, bij volwassenen boven de 50 jaar was dit evenwel 16%. De mediane duur tussen het ontstaan van de eerste symptomen en ziekenhuisopname was 17 h. Een fulminant ziektebeloop ging samen met hogere sterfte. In de groep die binnen 12 h na de eerste symptomen werd opgenomen, was de sterfte 10%, als opname volgde na 12-17 h was dit 8%, als opname volgde na 18-35 h 3% en bij opname na 36 h en langer 2%.
Conclusie
Zolang vaccinatie niet beschermt tegen alle serogroepen is de ziektelast door meningokokkeninfecties enkel te beheersen door vroegere herkenning en eerdere behandeling. Voor vroege herkenning van patiënten in de eerste lijn of op de afdeling Spoedeisende Hulp moeten artsen bedacht zijn op alarmsymptomen zoals aanwezigheid van purpura en vooral snelle verslechtering van het klinische beeld.
Reacties