Vrije toegang tot inspanningselektrocardiografie met aansluitend cardiologisch advies en feedback aan de huisarts: gunstige invloed op het verwijspatroon

To improve the patient referral by general practitioners to the cardiology outpatient clinic for evaluation of (possibly) anginal complaints, by giving access to in-hospital bicycle exercise testing with cardiological advice and feedback.

Design

Prospective.

Setting

Department of non-invasive cardiology ‘De Weezenlanden’ Hospital, Zwolle, the Netherlands.

Methods

Patients, with no cardiological history, were collected from two comparable groups of general practitioners: an experimental group (n = 90.000 patients), allowed to perform an in-hospital exercise test with concomitant advice of a cardiologist, and a reference group (n = 53.400 patients), who referred directly to the cardiologist without having this facility (as customary in the Dutch health care system). Data were collected prospectively from January 1st 1994 until May 1st 1995.

Results

In the experimental group, 615 patients underwent exercise tests; 100 were subsequently referred. In addition, 53 patients were referred directly (total 153 patients; 1.31000 patientsyear; 95 confidence interval: 1.1-1.5). In 51 of referred patients coronary disease was present, 37 underwent coronary angiography and 23 revascularisation (PTCA or CABG). During follow-up for 2 months no cardiovascular events occurred in non-referred patients. In the reference group, 132 patients were referred directly (1.91000 patients year; 1.6-2.2; p < 0.01 when compared with the experimental group). Of these patients 13 had coronary disease, 8 underwent coronary angiography and 3 revascularisation.

Conclusion

Free access to exercise testing with cardiological advice and feedback for general practitioners resulted in a reduction of referrals with improved efficiency.

Samenvatting

Doel

Verbeteren van de selectie van patiënten met (mogelijk) angineuze klachten voor electieve verwijzing naar de cardioloog, door huisartsen vrije toegang te verlenen tot inspanningselektrocardiografie met aansluitend cardiologisch advies en periodieke feedback.

Opzet

Prospectief.

Plaats

(Functie)afdeling Cardiologie, Ziekenhuis De Weezenlanden, Zwolle.

Methode

In de periode van 1 januari 1994 tot 1 mei 1995 werden patiënten met een blanco cardiologische voorgeschiedenis aangemeld door 2 vergelijkbare huisartsengroepen: een experimentele groep met 90.000 patiënten en een referentiegroep met 53.400 patiënten. De experimentele groep kreeg de mogelijkheid patiënten aan te bieden voor inspanningselektrocardiografie met cardiologisch advies; ook kon directe conventionele verwijzing plaatsvinden. Regelmatig volgden besprekingen tussen de participerende huisartsen en de cardioloog. De referentiegroep verwees uitsluitend conventioneel.

Resultaten

Door de experimentele groep werden 615 patiënten voor inspanningselektrocardiografie aangeboden; van hen werden er 100 verwezen. Daarnaast werden 53 patiënten direct conventioneel verwezen; in totaal 153 patiënten; 1,31000 patiëntenjaar; 95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI): 1,1-1,5). Bij de verwezen patiënten werd bij 51 een coronaria-aandoening vastgesteld, bij 37 werd coronairangiografie verricht en bij 23 een revascularisatie-ingreep (percutane transluminale coronaire angioplastiek of coronariachirurgie). Tijdens de follow-up van 2 maanden deden zich bij niet-verwezen patiënten geen cardiale gebeurtenissen (verwijzing, opname, myocardinfarct of mors subita) voor.

Door de referentiegroep werden 132 patiënten op conventionele wijze electief verwezen (1,91000 patiëntenjaar; 95-BI: 1,6-2,2; p < 0,01 bij vergelijking met de experimentele groep). Bij deze patiënten werd bij 13 een coronaria-aandoening vastgesteld, bij 8 werd coronairangiografie verricht en bij 3 revascularisatie.

Conclusie

Vrije toegang tot inspanningselektrocardiografie met aansluitend cardiologisch advies en feedback aan de huisarts leidt tot een verantwoorde reductie van het aantal verwijzingen.