Vragen rond aanvullende radiotherapie bij patiënten met de ziekte van Hodgkin stadium III of IV, in remissie na chemotherapie

Klinische praktijk
J.M.M. Raemaekers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:1285-9
Abstract

Samenvatting

– De waarde van radiotherapie bij de behandeling van patiënten met een voortgeschreden stadium van de ziekte van Hodgkin staat nog steeds ter discussie.

– Aanvullende radiotherapie wordt toegepast om eventuele actieve ziekteresten na chemotherapie uit te schakelen en daarmee de recidiefkans te verkleinen en de overlevingsduur te vergroten.

– Aanvullende radiotherapie is gericht op de lymfeklierstations of de organen waar de ziekte zich in eerste instantie voordeed, want vrijwel altijd zijn de recidieven op dezelfde plaatsen gelokaliseerd.

– Er is geen betrouwbaar beeldvormend onderzoek beschikbaar waarmee ondubbelzinnig vastgesteld kan worden of er na chemotherapie complete remissie is: bij de meeste patiënten blijven restafwijkingen zichtbaar, waarvan de betekenis – actieve ziekte of fibrotische resten – onzeker is.

– Inmiddels is duidelijk geworden dat op de lange termijn een gecombineerde chemo- en radiotherapeutische behandeling ernstige schadelijke effecten kan hebben: secundaire tumoren en hart- en longschade.

– In gerandomiseerde onderzoeken is geen eenduidig antwoord te vinden. Met aanvullende radiotherapie op alle initieel aangetaste locaties (‘involved-field’-behandeling met lage dosis) lijkt de kans op recidief in bepaalde subgroepen van patiënten te worden verkleind, maar de overlevingsduur wordt niet gunstig beïnvloed.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Bloedziekten, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.J.M.M.Raemaekers, internist.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties