Samenvatting
– De waarde van radiotherapie bij de behandeling van patiënten met een voortgeschreden stadium van de ziekte van Hodgkin staat nog steeds ter discussie.
– Aanvullende radiotherapie wordt toegepast om eventuele actieve ziekteresten na chemotherapie uit te schakelen en daarmee de recidiefkans te verkleinen en de overlevingsduur te vergroten.
– Aanvullende radiotherapie is gericht op de lymfeklierstations of de organen waar de ziekte zich in eerste instantie voordeed, want vrijwel altijd zijn de recidieven op dezelfde plaatsen gelokaliseerd.
– Er is geen betrouwbaar beeldvormend onderzoek beschikbaar waarmee ondubbelzinnig vastgesteld kan worden of er na chemotherapie complete remissie is: bij de meeste patiënten blijven restafwijkingen zichtbaar, waarvan de betekenis – actieve ziekte of fibrotische resten – onzeker is.
– Inmiddels is duidelijk geworden dat op de lange termijn een gecombineerde chemo- en radiotherapeutische behandeling ernstige schadelijke effecten kan hebben: secundaire tumoren en hart- en longschade.
– In gerandomiseerde onderzoeken is geen eenduidig antwoord te vinden. Met aanvullende radiotherapie op alle initieel aangetaste locaties (‘involved-field’-behandeling met lage dosis) lijkt de kans op recidief in bepaalde subgroepen van patiënten te worden verkleind, maar de overlevingsduur wordt niet gunstig beïnvloed.
Reacties