Samenvatting
Doel
Inventarisatie van het voorschrijven en het gebruik van antidepressiva in de huisartspraktijk.
Opzet
Retrospectief observationeel onderzoek.
Plaats
Drie gezondheidscentra en een duopraktijk in de regio Leiden.
Methode
In het geanonimiseerde databestand van het ‘Registratienetwerk universitaire huisartspraktijken Leiden en omstreken’ (RNUH-LEO), met in totaal ruim 23.000 patiënten, werden medicatiegegevens en gegevens uit het medisch journaal geanalyseerd van patiënten van 18 jaar en ouder die binnen de periode mei 1994-april 1995 een eerste recept voor een antidepressivum kregen van de huisarts. Bij de indicatie ‘depressie’ werd onderzocht of er een herhalingsrecept werd gegeven en of de minimaal effectieve dosering werd gehaald.
Resultaten
In 1 jaar kregen 218 patiënten een eerste recept voor een antidepressivum (91000jaar), meestal een van de klassieke antidepressiva. Bij 61 werd als indicatie ‘depressie’ gevonden in het medisch journaal. Na 1 maand bleek voor 63 van deze patiënten een herhalingsrecept te zijn geschreven. Het voorschrijven van serotonineheropnameremmers werd iets vaker herhaald dan dat van klassieke antidepressiva, vooral bij patiënten jonger dan 65 jaar. De minimaal effectieve dosering werd voor klassieke antidepressiva bij 61 van de patiënten met depressie gehaald en voor serotonineheropnameremmers bij 98.
Conclusie
Serotonineheropnameremmers werden niet vaker voorgeschreven dan klassieke antidepressiva. Het percentage patiënten met een herhalingsrecept liet zien dat blijvende aandacht voor de therapietrouw bij de behandeling van depressie gewenst is. De effectieve dosering leek bij serotonineheropnameremmers het vaakst te worden gehaald.
Reacties