Voeding en lichamelijke activiteit als determinanten van hyperinsulinemie

Nieuws
E.J.M. Feskens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:243
Download PDF

artikel

Insulineresistentie en hyperinsulinemie zijn belangrijke onderliggende metabole factoren bij het ontstaan van diabetes mellitus type II (niet van insuline afhankelijke diabetes mellitus, NIDDM). Daarnaast wordt verondersteld dat een aantal andere risicofactoren, zoals hypertriglyceridemie, lage ‘high-density’-lipoproteïne (HDL)-cholesterolwaarden en hypertensie, hiermee verband houden en samen een groep cardiovasculaire risicofactoren vormen. Belangrijke determinanten van insulineresistentie en hyperinsulinemie zijn overgewicht en vetverdeling. De rol van voeding en lichamelijke activiteit hierbij is tot op heden niet duidelijk. Uit recent epidemiologisch onderzoek onder niet-diabetici is echter gebleken dat bepaalde voedingsfactoren verband houden met een verminderde glucose-tolerantie. De veronderstelling dat ook hyperinsulinemie en insulineresistentie door voeding beïnvloed kunnen worden werd onderzocht met behulp van gegevens verzameld in het kader van de ‘Zutphen elderly study’.1 Aangezien een gezond voedingspatroon vaak gepaard gaat met andere ‘gezonde’ leefgewoonten, zoals lichamelijke activiteit, werd ook de samenhang tussen bewegen en hyperinsulinemie bestudeerd.

In 1990 namen 487 mannen van 70-89 jaar, afkomstig uit Zutphen, deel aan een uitgebreid onderzoek, waaronder een glucose-tolerantietest (GTT). De insulineconcentratie werd bepaald, terwijl de deelnemer nuchter was, en 1 en 2 uur na belasting met glucose, alsook het C-peptidegehalte bij de nuchtere deelnemer. Omdat insulinewaarden alleen bij niet-diabetici een maat zijn voor insulineresistentie werden zowel diabetespatiënten als nieuw gediagnostiseerde diabetici uitgesloten van de statistische analyse.

De insulineconcentraties tijdens de GTT waren statistisch significant lager bij de personen in het hoogste kwartiel van lichamelijke activiteit. Dit negatieve verband tussen lichamelijke activiteit en de oppervlakte onder de insulinecurve (OIC) bleek statistisch significant te zijn, ook wanneer gecorrigeerd werd voor leeftijd, Quetelet-index, huidplooien, energie-inneming en roken (r = -0,15, p

Uit dit onderzoek blijkt dat lichamelijke activiteit en voedingsfactoren (in het bijzonder verzadigd vet, voedingsvezel en alcohol) verband houden met hyperinsulinemie en daardoor mede het risico van NIDDM en coronaire hartziekten kunnen bepalen. Nadere aandacht voor mogelijke mechanismen, zoals de fluïditeit van celmembranen en de werking van de insulinereceptor voor vetzuren en effecten op maaglediging en gastrointestinale hormonen voor voedingsvezel, is noodzakelijk.

Literatuur
  1. Feskens EJM, Loeber JG, Kromhout D. Diet and physicalactivity as determinants of hyperinsulinemia: the Zutphen elderly study. Am JEpidemiol 1994;140:350-60.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties