Visolie; van voeding tot medicijn?

Klinische praktijk
M.J. Korstanje
H.J.G. Bilo
H.G. Peltenburg
T.J. Stoof
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:828-33

Zie ook het artikel bl. 833.

Door onderzoeken bij Eskimo's, uitgevoerd door Bjerregaard, kwam visolie in de belangstelling. Deze onderzoekers toonden aan dat bij Eskimo's psoriasis, auto-immuun-ziekten, astma en diabetes mellitus weinig voorkomen.1 Bovendien zijn, ondanks een dieet rijk aan vet en cholesterol, hart- en vaatziekten bij Eskimo's op Groenland zeldzaam.2 Analyse van het dieet van deze Eskimo's leverde aanwijzingen op voor een verband tussen een hoge consumptie van vis en de zeldzaamheid van hart- en vaatziekten in deze populatie.3 Epidemiologisch onderzoek uit Japan, Nederland, Amerika en Zweden ondersteunde deze bevindingen.

De meeste onderzoeken tonen aan dat het gunstige effect van het eten van vis wordt veroorzaakt door het hoge gehalte aan eicosapentaeenzuur (20:5 ?-3; EPA) en docosahexaeenzuur (22:6 ?-3; DHA). Deze zuren behoren tot de n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren die in hoge concentraties worden aangetroffen in membranen van o.a. hersencellen, retina en spermatozoën. De n-3 en…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Maastricht.

Afd. Interne Geneeskunde: H.G.Peltenburg, internist.

Sint-Radboudziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Nijmegen.

H.J.G.Bilo, internist.

Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit, afd. Dermatologie, Amsterdam.

T.J.Stoof, dermatoloog.

Contact Afd. Dermatologie: M.J.Korstanje, assistent-geneeskundige

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties