Virginia (Ginnie) Apgar (1909-1974) groeit op in een muzikaal gezin in Westfield, New Jersey in de Verenigde Staten (figuur).1 Haar vader, een zakenman, is tevens verwoed amateurastronoom; in zijn souterrain met telescoop en radioapparatuur proeft Virginia al vroeg de wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Als zij in 1929 aan de Columbia Universiteit in New York geneeskunde gaat studeren – destijds uitzonderlijk voor een vrouw – storten kort daarna de beurzen in en moet zij geld lenen om haar studie te kunnen vervolgen. Eenmaal afgestudeerd als arts kiest zij aanvankelijk voor chirurgie, als assistent bij Whipple. Binnen een jaar zwaait ze, op zijn advies, van dit mannenbolwerk om naar anesthesiologie, een vak dat dan voornamelijk door niet-artsen wordt beoefend. Na stages elders keert zij in 1938 terug naar Columbia om de anesthesiologie binnen deze universiteit verder uit te bouwen, voorlopig nog steeds als subafdeling van de chirurgie.
In 1949 wordt een man afdelingshoofd…
Reacties