Dames en Heren,
Hypotonie bij neonaten komt relatief vaak voor. De differentiaaldiagnose is breed en in de praktijk is het vaak een uitdaging om na te gaan waar dit symptoom vandaan komt. Hoewel de diagnostische technieken zijn verbeterd, is het traject om de oorzaak van de hypotonie te achterhalen dan ook vaak nog lang. Aan de hand van de ziektegeschiedenis van een pasgeboren tweeling geven wij in deze klinische les handvatten voor de anamnese en het lichamelijk onderzoek van neonaten met hypotonie. Een stapsgewijze uitvoering daarvan is nodig om uiteindelijk de juiste aanvullende diagnostiek te verrichten.
Toets voor nascholing (verlopen)
Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.
Patiënt A en B, twee meisjes, zijn een dichoriale, diamniotische tweeling, die op de afdeling Neonatologie liggen. Zij zijn geboren na een amenorroeduur van 36 weken; de bevalling werd ingeleid vanwege een verminderde bloedtoevoer gemeten met doppler en een gedisproportioneerde ‘small for gestational age’ bij beide meisjes. Verder waren er geen bijzonderheden rond de partus: beide meisjes hadden een goede apgarscore, er was een niet-afwijkende hoeveelheid vruchtwater en de moeder gebruikte geen medicijnen en had geen infectie of intoxicatie. Bij beide baby’s was postpartum sprake van een hypoglykemie. Hun glucosegehalte steeg echter wel na een voedingsbolus.
Op hun tweede levensdag valt een aanhoudende hypotonie op. Bij lichamelijk onderzoek hebben beide meisjes een schedelomtrek van -1,5 SD bij een gewicht en lengte van respectievelijk -3 SD en -2,5 SD gecorrigeerd voor amenorroeduur. Ook hebben beiden een smal hoofd ter hoogte van de slapen, een klokvormige thorax, een hoog gehemelte met…
Reacties