Vervolgonderzoek na een afwijkend uitstrijkje: tijdsinterval acceptabel, aard van het vervolgonderzoek vaak niet

Onderzoek
M. Geertsen
A.G. Bais
H. Beerman
Th.J.M. Helmerhorst
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:2430-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Meer inzicht krijgen in het gemiddelde tijdsinterval tussen een uitstrijkje uit het bevolkingsonderzoek met een direct verwijsadvies en het eerste vervolgonderzoek; tevens nagaan of de richtlijn betreffende het uitvoeren van histologisch vervolgonderzoek wordt nageleefd.

Opzet

Descriptief.

Methode

Met behulp van het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) werden gegevens geanalyseerd van alle uitstrijkjes uit het Bevolkingsonderzoek 2000 met een direct verwijsadvies (≥ Pap-klasse 3a ‘matige dysplasie’) in Rotterdam en omstreken. Per vrouw werden de cervixcytologische en -histologische uitslagen in chronologische volgorde geplaatst en werd de aard van het vervolgonderzoek (cytologisch of histologisch) genoteerd. De observatieperiode besloeg 360 dagen na de afname van het uitstrijkje. Onderzocht werden het gemiddelde tijdsinterval tussen uitstrijkje en eerste vervolgonderzoek en de aard van dat vervolgonderzoek.

Resultaten

In totaal werden de gegevens van 156 vrouwen geanalyseerd. Bij 93 van hen was vervolgonderzoek verricht gedurende de observatieperiode. Het gemiddelde interval tot vervolgonderzoek was 60 dagen. Vervolgonderzoek vond bij 80 van de vrouwen binnen 3 maanden plaats en bij 90 binnen 6 maanden. In 32 van de gevallen vond bij het eerste vervolgonderzoek alleen cytologisch onderzoek plaats. In de overige gevallen vond conform de richtlijnen histologisch onderzoek plaats. Bij 7 was in het geheel geen cytologisch of histologisch vervolgonderzoek verricht binnen 1 jaar.

Conclusie

Het gemiddelde tijdsinterval tussen uitstrijkje en vervolgonderzoek was acceptabel, gezien het natuurlijk beloop van baarmoederhalskanker. Aandacht moet uitgaan naar het gegeven dat het vervolgonderzoek ten onrechte bestaat uit het herhalen van het cytologisch onderzoek of dat binnen 1 jaar geen vervolgonderzoek wordt verricht.

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, afd. Verloskunde en Vrouwenziekten, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

M.Geertsen, arts; mw.A.G.Bais, arts-onderzoeker; prof.dr.Th.J.M. Helmerhorst, gynaecoloog.

Medisch Centrum Rijnmond-Zuid, afd. Pathologie, Rotterdam.

Dr.H.Beerman, patholoog.

Contact prof.dr.Th.J.M.Helmerhorst

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties