Samenvatting
Doel
Vergelijken van de dagelijkse praktijk van mammografische controle bij vrouwen met een familiaire belasting wat betreft borstkanker met de screeningsrichtlijnen die zijn vermeld in de standaard ‘Mammografie’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).
Opzet
Prospectief, beschrijvend.
Plaats
Kennemer Gasthuis, locatie EG, Haarlem.
Methode
Bij alle vrouwen zonder symptomen die door huisartsen tussen 1 januari 1992 en 1 augustus 1995 werden verwezen voor mammografie wegens een familiaire belasting met betrekking tot borstkanker, die een radiologisch normaal of benigne beeld hadden en die voldeden aan de NHG-criteria voor controlemammografie binnen 1-2 jaar (leeftijd ≥ 35 jaar, een belaste familieanamnese wat betreft een eerstegraadsverwant), werd in het mammografieverslag de huisarts geadviseerd een controlemammografie binnen 1 tot 2 jaar te laten verrichten. Na 2 jaar werd met behulp van het ziekenhuisinformatiesysteem nagegaan bij wie een herhalingsmammografie was verricht in het Kennemer Gasthuis; als dit niet was gedaan, werd de huisarts via een vragenlijst en zo nodig telefonisch gevraagd of de mammografie mogelijk elders was herhaald.
Resultaten
Van de 510 verwezen vrouwen voldeden 405 (79,4) aan de NHG-criteria. Bij 370 luidde de röntgenuitslag ‘normaal’ of ‘benigne’ en waren de follow-upgegevens compleet. Binnen 2 jaar ondergingen in totaal 201 van hen (54,3) een herhalingsmammografie. Vrouwen met een eerstegraadsverwant bij wie borstkanker was vastgesteld voor de menopauze ondergingen dit onderzoek vaker (126/208 = 60,6) dan vrouwen met een eerstegraadsfamilielid bij wie borstkanker was vastgesteld na de menopauze (75/162 = 46,3; 95-betrouwbaarheidsinterval voor het verschil: 3,6-25,0).
Conclusie
Richtlijnen voor regelmatige mammografische screening van vrouwen met een familiaire belasting wat betreft borstkanker werden in de helft van de gevallen door huisartsen gevolgd. Een betere naleving van deze richtlijnen kan wellicht worden verkregen wanneer in het elektronische dossier risicofactoren voor borstkanker en plannen voor screeningsactiviteiten in de toekomst herkenbaarder kunnen worden vastgelegd.
Reacties